Augustinus over Maria en Jezus in Kana

Augustinus schreef een groot aantal preken over het evangelie naar Johannes. In de tiende preek uit die verzameling behandelde hij Johannes 2:1-4, de geschiedenis van de bruiloft in Kana, met name de woorden van Jezus tegen zijn moeder: “Vrouw, wat heb ik met u gemeenschappelijk. Mijn uur is nog niet gekomen.”

In de tijd van Augustinus, maakten zowel astrologen als Gnostici aanspraak op een goede verklaring van deze verzen. De Gnostici zeiden dat de woorden aan Maria bewezen dat nu de Christus-geest aan het woord was. Christus had geen moeder. De astrologen beweerden dat ook Jezus onder de macht van het noodlot stond, want dit “uur” moest geduid worden als het door de sterren bepaalde “goede” moment. 

Augustinus komt met een verrassend mooie interpretatie van deze woorden, geheel anders dan gebruikelijk in de moderne exegese. Zeer de moeite waard om daar toch kennis van te nemen. Mooi is in ieder geval zijn toepassing: “Wij zijn water, maar Hij maakt ons tot wijn, door de wijsheid van het geloof.”

[podbean resource=”episode=gytj9-93c2f2″ type=”audio-rectangle” height=”100″ skin=”2″ btn-skin=”107″ share=”1″ fonts=”Helvetica” auto=”0″ download=”0″ rtl=”0″]

Dit bericht is geplaatst in Augustinus, BIJBELSTUDIE. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *