Van Koninkrijk tot zondoffer (1)

Hans-Joachim Kraus opent par. 139 van zijn “Systematische Theologie” met deze vooropgezette these:

“De eerste stelling van de Christologie is een stelling die een gelovige belijdenis uitdrukt: Jezus is de levende en tegenwoordige Christus, hij is de gekruisigde en weer opgestane Kyrios van zijn gemeente. Alle christologische uitspraken staan in het licht van deze laatste, bepalende werkelijkheid.”

Het is niet moeilijk in te zien, dat deze belijdenis niet gebaseerd is op de historische Jezus, d.w.z. geen verband meer houdt met wat over Jesjoea uit Nazareth gezegd kan worden op een neutrale, objectiverende manier. Het is een voorbeeld van een manier van spreken die sinds Paulus het denken en geloven met betrekking tot Jezus heeft bepaald: “wij kennen Jezus niet meer naar het vlees.” Zijn aardse optreden, zijn verkondiging van het naderende Koninkrijk der hemelen, zijn concrete, Torahgetrouwe onderwijs, zijn nu, na de opstanding, niet meer van belang. De verkondigde Christus heeft definitief de plaats ingenomen van de verkondigende Jezus. Heel de dogmatiek over een verlossing die uitsluitend mogelijk is door geloof in Jezus als de Zoon van God keert zich af van de persoon van Jezus – zo b.v. Johannes 20:31, waar we lezen:

“Deze zijn geschreven, opdat u gelooft dat Jezus is de Christus, de Zoon van God, en opdat u door te geloven het leven hebt in zijn Naam.”

Het leven ontvangen is nu afhankelijk van een geloof dat belijdt dat Jezus de Christus is, de Zoon van God, en meer niet. Dat de Reformatie daaraan de leer verbond dat alles geheel en al afhangt van God die genade schenkt, en niets meer afhangt van de falende mens die toch niets kan bijdragen aan zijn verlossing, is vanuit zulke teksten geheel en al begrijpelijk. We zien die verschuiving plaatsvinden in het evangelie, dat de boodschap verschuift van de inhoud van Jezus’  onderwijs en prediking, naar een leer over hem, die maar gedeeltelijk bij hem aansloot. Jezus heeft zeker de komst van de Zoon des Mensen van Daniël 7 verwacht. Maar heeft hij zichzelf als die Zoon des Mensen gezien? En als hij zichzelf zo zag, heeft hij dat ook met zijn discipelen rechtstreeks gedeeld? Hoe is dat echter te rijmen met wat het NT zelf ons aanreikt van de boodschap van Jezus zelf? B.v. al meteen in Markus 1:14, waar we lezen:

De tijd is vervuld, de heerschappij (het koninkrijk) van God is nabij.

Het is de vraag die de gemoederen verhit en door de generaties heentrekt: heeft Jezus over zichzelf gedacht en gesproken zoals Paulus, en dan ook het Protestantisme over hem is gaan denken? Het lijkt intussen toch een zekerheid dat Jezus zichzelf gezien heeft als enerzijds de lijdende Knecht van Jesaja 53 – althans zich daarmee heeft willen identificeren – en anderzijds zichzelf tevens heeft gezien als de “Zoon des Mensen” uit de eindtijdprofetie van Daniel. Er lijkt sprake te zijn van een verwachting dat God uiteindelijk zou ingrijpen op het moment dat Jezus als de Messias zijn uiterste aanbod doet aan het volk. Hij ging in de sporen van de Messiaanse verwachting. Of hij het daadwerkelijk is, moet worden afgemeten aan wat er feitelijk gebeurd is. Hij moest aan het kruis echter erkennen dat zijn God hem had verlaten en dat zijn missie tot een einde was gekomen (Jezus zegt: “het is ten einde”, en niet: “het is volbracht” (1)). God greep niet in. Het Koninkrijk dat Jezus gepredikt had en waarvoor hij zijn eigen leven gewaagd had, kwam echter niet.

Ik denk dat alleen de verkondigende Jezus in overeenstemming kan worden gebracht met het Jodendom waaruit hij voortkwam en waarin hij zijn leven lang is blijven staan. Christenen zijn, in mijn theologische optiek, mensen die de boodschap van het komende Koninkrijk hebben verstaan, en om die reden in een relatie staan tot de leraar van de wijsheid die dit Koningschap van God heeft voorgeleefd tot de dood toe. Geheel in overeenstemming met ten minste een vorm van Torah-getrouw Jodendom, ook al zal dat in de eerste eeuw niet hetzelfde zijn geweest als wat we tegenwoordig het Rabbijnse Jodendom noemen.

Dat vergt een geheel andere optiek dan we van het Protestantisme hebben geërfd. De kruisdood en de opstanding zijn nu niet langer de funderende heilsfeiten van het Christelijk geloof, maar ontlenen als verhaal hun betekenis aan de verkondiging van het Koninkrijk waarvan ze de zichtbare gevolgen willen uitdrukken. Jezus’ dood – de dood van de martelaar voor de heerschappij van God. Jezus’ opstanding – een versie van de eschatologische hoop dat Israël ooit zou worden bevrijd uit haar ballingschap en haar plaats aan het hoofd van het Messiaanse rijk zou gaan innemen. Ook de gemeente moet worden begrepen vanuit de realiteit van Jezus’ prediking. Wat Jezus geprobeerd heeft tot stand te brengen, was een gemeenschap van discipelen die in zekere zin de elite was, die geheel en al was voorbereid op de komst van het Messiaanse Rijk.

Is het optreden van Jezus van Nazareth een door God gewilde en ondersteunde vorm van openbaring? Moest de Christus lijden omdat God het zo had voorbestemd? En omdat zijn lijden verzoening zou brengen voor de hele wereld? Of is Jezus’ dood het onvermijdelijke, maar toch ook gewoon feitelijke gevolg geweest van zijn insisteren op de voorrang van de heerschappij van de God van Israël, ook tegenover de Romeinse half-goddelijke keizer.


(1) Bij Johannes zie je de overgang, wanneer deze de woorden van Jezus “tetelestai” ook gebruikt in vers 28 “omdat Hij wist dat nu alles volbracht was”, en voor de vervulling van de profetie in Joh. 19:28 – “opdat het Schriftwoord vervuld zou worden”.. Een woord van wanhoop werd zo omgekeerd tot een bijna rituele vaststelling dt Gods toorn nu aan Jezus volledig geopenbaard was. Jezus dus als een zondoffer. Dat Johannes trouwens hier ver staat van de historische realiteit blijkt ook daaruit, dat Jezus de hem aangeboden wijn niet weigert, evenals bij Mattheüs. Alleen Markus heeft dit belangrijke detail bewaard in Markus 15:23.

(wordt vervolgd)

Dit bericht is geplaatst in polemiek, Theologische kritiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *