10 geboden voor de familie van God

Het Nieuwe Testament leert ons tien geboden, verplichtingen, die we hebben tegenover onze broeders en zusters.

GIJ ZULT…

1. de broeders en zusters liefhebben.

“Wie God liefheeft, heeft ook de broeder lief” (1 Joh. 5:1).

2. anderen eren boven uzelf.

“Laat elk in nederigheid de ander uitnemender achten dan zichzelf” (Fil. 2:3).

3. ijverig zijn in dienstbetoon.

“Laten wij dus, wanneer wij gelegenheid hebben, goed doen aan allen, maar het meest aan de huisgenoten van het geloof” (Gal. 6:10).

4. niet onverschillig, maar vurig zijn.

“Voor alles, hebt vurige liefde tot elkaar, want liefde bedekt een menigte van de zonde” (1 Pe. 4:8).

5. in alles de Here dienen.

“Hiervoor arbeid ik ook onder strijd naar Zijn werking, die in mij werkt met kracht” (Kol. 1:29).

6. dienen met blijdschap en hoop.

“Weest… altijd overvloedig in het werk van de Heer, daar u weet, dat uw arbeid niet vergeefs is in de Heer” (1 Kor. 15:58).

7. dienen met volharding ondanks verdrukking.

“Wij roemen ook in de verdrukking en, daar wij weten dat de verdrukking volharding werkt” (Rom. 5:3).

8. dienen in de toewijding aan het gebed.

“Ik zal met mijn geest bidden, maar ik zal ook met mijn verstand bidden” (1 Kor. 14:15); en dat is hetzelfde als: “terwijl u te allen tijde bidt in de Geest met alle gebed en smekingen…voor alle heiligen” (Ef. 6:18).

9. bijdragen aan de noden van de heiligen.

“Laat hij…arbeiden en met zijn eigen handen het goede werken, opdat hij kan meedelen aan hem die gebrek heeft” (Ef. 4:28).

10.  gastvrijheid beoefenen.

“Weest gastvrij voor elkaar, zonder mopperen” (1 Pe. 4:9)

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *