Naar een andere vorm van humanisme: Levinas over Babel

De hele aarde was één van taal en één van gemeenschappelijk doel … en zij zeiden: “Kom, laten wij een stad bouwen en een toren met zijn top in de hemelen en laten wij een naam voor onszelf maken, opdat wij niet verstrooid raken over de hele aarde.”
-Genesis 11:1-4

Het verhaal van de torenbouw van Babel in Genesis 11 kun je zien als een kritiek op een bepaalde vorm van humanisme. Dit betekent niet dat humanisme tegenover religie staat. Het humanisme dat Emmanuel Levinas verdedigt, kun je  een Bijbels humanisme noemen. Dit humanisme krijgt betekenis door de relatie van de mens tot het oneindige of transcendente – wat bij Levinas in eerste instantie een moreel concept is. Dit verschilt van het humanisme van de westerse verlichting, dat globaliserend en totaliserend is, en daardoor een bepaald systeem van machtsuitoefening ondersteunt.

De generatie die de toren van Babel bouwde, moet bekritiseerd worden, omdat dit nog steeds de fundamentele vorm van het humanisme in onze tijd bepaalt. Hun humanisme is geassocieerd met vooruitgang, waarin mensen slechts middelen zijn om doelen te bereiken. Deze benadering vernietigt uiteindelijk zichzelf; mensen worden vervangbaar en opgenomen in het project om een toren naar de hemel te bouwen.

Waarom was het verlangen om een toren naar de hemel te bouwen fout? En waarom onderging deze generatie niet hetzelfde lot als die van de zondvloed? Rashi zegt dat in de generatie van de zondvloed iedereen gewelddadig tegen iedereen was, terwijl bij de torenbouw er zoiets als broederlijke liefde was. De ideologie ervan in ieder geval, en het uiterlijke belijden van “broederschap” zoals in de Franse Revolutie en bij de “kameraadschap”  van het Russische communisme. Daarom ondergingen ze niet hetzelfde lot.

De generatie van Babel gebruikte hun intelligentie voor technische vooruitgang, maar zag anderen puur als middel. Toch vereist dit een intelligente omgang met mensen, iets wat bij de zondvloed ontbrak. In een onderdrukkend systeem is intelligentie nog een basis voor hoop. Praktische noodzaken kunnen onrecht wegnemen tot op zekere hoogte, omdat het nuttig is voor het systeem dat zichzelf in stand wil houden.

Wat ontbrak bij de generatie van Babel was erkenning dat mensen uniek zijn. Verschil ontstaat doordat mensen uniek zijn; het werkt niet andersom. Als je mensen in hun waarde laat, ontstaat verschil. Maar verschil betekent niet automatisch dat mensen als uniek worden gezien. Het totalitaire systeem van de macht ziet verschillen als een probleem. Het schakelt iedereen gelijk.

De straf voor de generatie van Babel was dat ze elkaars taal niet meer verstonden (Genesis 11:7). De verschillen tussen mensen leidden niet tot relaties met uniciteit omdat communicatie werd uitgesloten. De fundamentele zonde was dat alle unieke kenmerken onder één enkel concept werden geplaatst: mensheid.

Afgoderij is verboden, zowel moreel als theologisch. Volgens Levinas moeten noachieden zich aan zeven wetten houden, waaronder het verbod op afgoderij en moord. Levinas legt uit dat menselijke samenleving uiteindelijk de hele mensheid omvat; dit is Bijbels humanisme.

Levinas neemt afstand van religieus triomfalisme en benadrukt dat Griekse filosofie waardevol is voor goed bestuur en wetenschap. Hij pleit voor broederschap en respect voor verschil in plaats van oorlog en totalisering.

Bijbels humanisme erkent asymmetrische relaties tussen het oneindige en eindige, en tussen anderen en jezelf. Mensen zijn onvervangbaar en heilig; oorlog mag geen voorrang krijgen boven vrede. Dit wordt duidelijk bij de generatie die de toren van Babel bouwde.

Dit bericht is geplaatst in Bijbelse Theologie, Chr. Ethiek, Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *