Johannes (4) – De vleeswording van het Woord – met de controverse over Kerst

Waar gaat het Kerstfeest eigenlijk over?

Ik denk dat de meesten van ons het verhaal zullen navertellen van Mattheus en Lucas. Zo vertellen we dat Maria, de moeder van Jezus, zwanger was geworden zonder toedoen van Jozef en dat de engel tot haar gesproken had en gezegd had dat haar zoon Jezus zou moeten heten. En dat de wijzen uit het oosten kwamen om Hem als de pasgeboren Koning van de joden te aanbidden. En dat Jozef en Maria gevlucht waren naar Egypte, en dat Herodes alle kinderen in het gebied rondom Bethlehem onder de twee jaar oud liet doden, en dat de engelen waren verschenen aan de herders in het veld en hadden gezongen: “Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.” En wie is dat kind dan? De “Koning der joden.”

Er is genoeg te vinden voor iedereen in deze historische vertelling. Je kunt ontroerd zijn, wie je ook bent, over de jonge Maria die met haar oudere man door de winterkou heen naar Bethlehem reist op een ezeltje. Wat geeft het, dat we niet zeker weten dat Jozef een oudere man was, dat we zeker weten dat het niet de winter was, en dat we zeker weten dat zij niet op een ezeltje reisde. Het romantische beeld zit nu eenmaal in ons hoofd. Je kunt ontroerd zijn van de aanblik van de pasgeboren Jezus die in de kribbe ligt, te midden van het vee en het stro omdat er in de herberg geen plaats was. Je gaat goede gedachten denken over asielzoekers en mensen die het zo moeilijk hebben in de wereld. Msschien geef je zelfs nog wat meer in de collecte dan vorig jaar. Wat geeft het, dat Hij niet te midden van het vee heeft gelegen, omdat de os en de ezel op de binnenplaats hebben gestaan, en dat de voederbak niet met stro gevuld was, omdat Jozef en Maria in het verblijf van de knechten hebben gelegen. Wat geeft het, dat het niet de normale herberg was, maar een pleisterplaats voor veehandelaren. Ook als je geloof op een heel laag pitje zit, en je eigenlijk alleen maar met kerstavond naar de kerk gaat, kun je vol nostalgie raken wanneer je over het lied van de engelen nadenkt. De hemelse boodschappers vertellen immers dat God welbehagen aan je heeft, dat Hij van alle mensen houdt en dat Hij het goede met iedereen voor heeft. Een heerlijke, romantische, nostalgische, geruststellende en inspirerende  – en valse – jaarlijkse boodschap voor iedereen.

En ik geloof er niks van.

Voor mij is dit romantische plaatje vol met prietpraat en sentiment. En eigenlijk kun je dat al zien wanneer je nauwkeurig leest in het evangelie van Mattheus en Lucas. Zijn komst is een buitengewoon Goddelijk ingrijpen in de schepping en de geschiedenis van de mensheid. Maria is zwanger uit de heilige Geest; engelen verschijnen, Gods heerlijkheid wordt op aarde zichtbaar. De Koning van Israël is de Messias voor jood én niet-jood; Hij is de Heer met all gezag in hemel en op aarde; Hij is de wetgever die de mens Zijn wil oplegt en ons allen roept Hem na te volgen en te gehoorzamen in alle dingen; de volmaakte mens bij Lukas is het zondoffer voor de zonden van de gehele wereld etc.  Het gaat om de redding van de mensheid in dit verhaal, niet om morele inspiratie voor goedbedoelende mensen – die wij denken te zijn. Maar dat is iets wat ik nu niet wil uitwerken. Ik wil juist gaan kijken naar een heel ander kerstverhaal. En dat is een verhaal dat door al onze oppervlakkige,  historische en romantische plaatjes héén prikt en ons brengt bij de cruciale vraag: Wie wordt hier geboren? En welke relatie heb ik met Hem?

In de proloog van het evangelie naar Johannes wordt ons verteld wie deze Jezus is. Hij is het eeuwige woord zegt het eerste vers. Hij is de schepper van alle dingen zegt het derde vers. In Hem was de bron van alle geestelijke leven dat als een licht straalt over de mensen, zegt vers 9. En dit waarachtige licht komt in de wereld, zegt Johannes. En Hij was in de wereld, maar de wereld heeft Hem niet gekend. Dat heeft Hem niet belemmerd om in deze wereld Zijn licht uit te stralen, want de duisternis heeft dat licht niet gegrepen, zegt het vijfde vers. En dan komt Kerstmis: “En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid gezien, en heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader), vol van genade en waarheid.”

De Jezus die geboren wordt op kerstochtend is het eeuwige Woord, de schepper van hemel en aarde, Hij is het leven en het licht. Maar Hij is ook de verworpene, want de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Hebben wíj Hem aangenomen? Heeft u Hem aangenomen? Toch hebben sommigen Zijn heerlijkheid gezien, Zijn genade en waarheid. Dat is het getuigenis van de apostelen dat ook nu nog naar ons toekomt. Beseft iedereen dat, die het kerstfeest viert? Dat de genade van God is verschenen in Christus Jezus? Dat is de genade die wij nodig hebben omdat wij ver van God zijn afgedwaald, vijandig staan tegenover God en Zijn geboden, en omdat wij verzoening nodig hebben met deze God om behouden te zijn. Beseft iedereen die kerst viert dat? Dat deze Jezus de waarheid over God aan ons heeft gedemonstreerd en verteld? Niemand is in staat om God te zien en te begrijpen. De Zoon van God, die in de kerstnacht geboren is, die heeft Hem ons verklaard.

Het kerstfeest is niet het feest van goede bedoelingen, ook niet van de goede bedoelingen van onze God. Het is het moment dat God Zijn Zoon inbrengt in de wereld om het Lam van God te zijn, dat de zonden van de wereld wegdraagt. Om het schuldoffer te worden in onze plaats. Om ons de waarheid over God te vertellen opdat wij die zouden gehoorzamen. Dat alles lijkt juist ver weg, als we oppervlakkig de historische omstandigheden nalezen, waarover Mattheus en Lucas bericht hebben. Dan kun je blijven steken aan de buitenkant. Daarom is voor mij het mooiste verhaal van kerst de proloog van het evangelie naar Johannes. Alle ruis en alle mist is weggevallen, en we horen in heldere woorden wat er werkelijk gebeurd is in die kerstnacht. Het Woord is vlees geworden – God heeft zich niet vermomd als een mens, en ook is geen mens goddelijk verklaard, maar God heeft Zelf de gedaante van een mens aangenomen, is aan ons gelijk geworden, heeft ons bestaan gedeeld. De schepper treedt in, in Zijn schepping. En Hij heeft ons leven gedeeld, hij heeft onder ons gewoond – Hij is in alle opzichten aan ons gelijk geworden, de enige uitzondering is de zonde. De volmaakte Zoon van God was in ons midden, er was geen bedrog in hem, geen verkeerd woord kwam van zijn lippen, heel Zijn hart was God toegewijd en gevuld met liefde voor de mens. Johannes de evangelist was er bij, en Hij getuigt met dit evangelie. “Wij hebben Zijn heerlijkheid gezien”. Door dit menselijke leven héén en door deze oppervlakkige historische gebeurtenissen héén, hebben de discipelen Gods Heerlijkheid gezien in Hem. Alle voortreffelijk eigenschappen die God heeft, straalden in Jezus Christus naar buiten met een ongekende helderheid. Getemperd alleen, opdat menselijke ogen het konden waarnemen. Liefde, genade, barmhartigheid, goedertierenheid, geduld, mededogen, begrip, zuiverheid, licht dat ons aan onszelf ontdekt, en leven dat ons doet ontwaken uit de dood. Alle wijsheid van God, elke onbenoembare volmaaktheid in God, straalde in deze Jezus van Nazareth. In dit Kind, in deze kribbe, in deze kerstnacht.

Stel nu eens dat je op een berg had gestaan met een verrekijker in je hand, zodat je alles kon zien wat er in Bethlehem, ja zelfs wat er in het paleis van Herodes die dagen allemaal gebeurd was. Je was dan getuige geweest van de geboorte van Jezus en al het andere dat in die nacht heeft plaatsgevonden. En zou je dan niet gezegd hebben: wat heeft die moeder het moeilijk gehad? Waar komt dat licht vandaan bij die herders in het veld? Wat betekenen die woorden toch die ik hoor: in mensen een welbehagen? Verder was je nooit gekomen, als God het je niet geopenbaard had, zoals Hij het aan de discipelen in hun hart openbaarde. Zonder de theologie van het evangelie naar Johannes, zijn de gebeurtenissen die worden geschetst in het evangelie naar Mattheus en naar Lucas – zelfs als je al hun theologische kanttekeningen meerekent – onbegrijpelijk en onbetekenend.

Johannes zegt ons, dat pas toen Jezus werd geboren, mensen God konden zien. In Jezus zagen ze de volledige volmaakte godheid. Jezus was één met God, hij was één met Hem in genade en waarheid. Alles wat je ooit in je leven van God zou kunnen en moeten weten, weet je in Hem. Weet u, je kunt het kerstverhaal elk jaar horen, zoals het wordt verteld bij Mattheus en Lucas. Je kunt je er elk jaar over verbazen en verwonderen en er zelfs ontroerd van raken. Maar als je niet begrijpt wie Hij is die hier wordt geboren, en als je niet gelooft in Diegene die hier geopenbaard wordt, dan heb je daar helemaal niets aan. Dan ben je, zegt Johannes, helemaal geen kind van God. “Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht (eigenlijk: recht, bevoegdheid) gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven.” Hem aannemen is in Zijn Naam geloven. In Zijn Naam geloven betekent, geloven en vertrouwen in alles wat Hij is en gezegd heeft. En de kern van dit “alles wat Hij is” vinden we precies bij Johannes. Dit Kerstkind is het eeuwige Woord, en buiten dat Woord om kun je geen kind van God zijn, kun je geen genade ontvangen en geen waarheid kennen, blijf je dood in je zonden en ontvang je het leven niet, en wandel je in de duisternis omdat je het Licht niet over je laat schijnen.

Elke keer weer, wanneer wij kerst vieren, lezen we of Mattheus of Lucas. Maar eigenlijk zouden wij elk jaar meteen na het lezen van het kerstverhaal, de proloog van het evangelie naar Johannes moeten lezen. Want de inzichten die Johannes hier met ons deelt, die verhinderen dat ons het grootst mogelijke misverstand overkomt: te menen dat het evangelie niets anders is dan een wonderlijk geboorteverhaal over een goed mens die tragisch stierf, in een voor ons onbereikbaar verleden. Neen! Deze Jezus is het eeuwige Woord, de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgegeven in de dood, opdat ik zou leven door Hem.

Kent U Hem? Kent U de Zoon van God? Is Hij uw Heer en Heiland?

PERSOONLIJKE VOETNOOT

Henneke las deze tekst, vlak nadat ik die op internet had geplaatst. Haar commentaar was, dat ik (weer) in de aanval was gegaan tegen mensen die deze “prietpraat en valse sentimenten” juist heel prettig vonden. “Je moet ze er zachtjes op wijzen.” In mijn ervaring van de laatste 40 jaar helpt het NOOIT wanneer je mensen ergens “zachtjes” op wijst. Je bent dan alleen wollig, onhelder, mensen vergissen zich over je eigenlijke bedoelingen etc. Je bent dan weliswaar een vriendelijke man in hun ogen, maar ze leggen de boodschap die je brengt net zo makkelijk naast zich neer, als de tekst te lezen is die je geschreven hebt. Ik heb in mijn tekst geen mensen op het oog gehad, het is geen aanval op iemand, maar het is wel gericht tegen een bepaalde manier van gelovig-zijn. Je meent dat je gelovig bent omdat je het kerstverhaal zo mooi vindt? Maar dat is een illusie! Dat is geen geloof in Jezus Christus die door de Vader gezonden is. En alleen “wie Hem aanneemt” in geloof, ontvangt van Hem het leven en het Licht. Vanuit Gods Woord kun je niet anders – meen ik – dan daar duidelijk en helder op wijzen. Dat het “kerstgevoel” van de meeste mensen helemaal niets te maken heeft met de waarheid van de geboorte van Jezus. Dat het verhaal van de ongelukkige joodse martelaar die zo’n bijzondere geboorte had, geen evangelie is. Dat er méér staat in de Bijbel dan in dit oppervlakkige verhaal terug te vinden is.

Je kunt en mag dat van mij niet leuk vinden, en je kunt en mag vinden dat ik dat (te) hard neerzet. Leg het naast je neer, en er is geen schade. Noem mij een vervelende vent, en ik lijd geen schade. Maar als ik niet de (Bijbelse) waarheid spreek, lijdt iedereen schade – ik, omdat ik mijn opdracht verzaak het evangelie te verkondigen en jij, lezer, omdat ik de stroopkwast hanteer en jou niet helder zeg wat ik denk. Daar schiet jij immers ook niets mee op. Dat doet bovendien iedereen al. Maar je kunt en mag er ook iets van leren. Namelijk opnieuw leren dat Kerst over de Heer Jezus Christus gaat die kwam om ons te redden, die het leven met ons deelde etc. etc. Kortom je kunt en mag er ook van leren wat de ware Kerstboodschap is. Daar word je niet minder van, integendeel.

Dit bericht is geplaatst in Johannes met de tags , , , , . Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *