Is er door God gewild lijden?

In charismatische kringen wordt over deze vraag anders gedacht dan in de meeste gevestigde kerken of in de meeste evangelische kringen. Voor mij is er een directe aanleiding om hierover na te denken. In de Talmoedgroep van deze week kwam Berachot 5a aan de orde. Daar wordt rechtstreeks bevestigd dat God ons in bepaalde gevallen en voor een bepaald doel doet lijden, en dat wij geacht worden daarmee “in te stemmen”. Dat is het tegenovergestelde van het dogmatisch axioma van de charismatische beweging, namelijk dat God niet wil dat wij lijden of ziek zijn. 

Hoe dat laatste uitwerkt, weten we inmiddels maar al te goed. Genezingsdiensten zijn normaal geworden. Een goedgelovige gemeente ziet mensen genezen van allerlei inwendige, onzichtbare kwalen. Vaak uitgelokt door heftig bidden in brabbel- pardon, tongentaal. Bidden in de Geest dus, dat volgens welingelichte kringen er zelfs voor kan zorgen dat een verloren set autosleutels weer tevoorschijn komt.

Het is ook ongelofelijk. Jongens met kniepijn kunnen weer voetballen, mensen staan op uit hun door artsen voorgeschreven rolstoelen en lopen vier stappen. Sommigen worden meteen daarna gedoopt in de naam van Jeeeses, en die verdwijnen, zodra de pijn weer terugkomt, geheel uit het zicht. Vrouwen met pijnlijke voeten lopen weer als een kievit. Op het moment dat ze weer krimpen van de pijn is de gemeente, noch de genezer uiteraard in de buurt. Dan maar weer naar de volgende avondbijeenkomst, waar leiders een afspraak met de Heilige Geest hebben gemaakt. Alles wordt genezen. Hoofdpijn gaat zomaar weg, om pas een paar dagen later weer terug te komen. Halleluja, dank u Jeeeses. 

Voor wie het nog niet wist, de genezingen van de Heer Jezus en Zijn apostelen waren bovennatuurlijk, onmiddellijk, definitief en onafhankelijk van het geloof van de zieken. Deze moderne genezingen zijn vooral psychosomatisch, vergen tijd, kwalen keren weer terug en er wordt vooral gezegd dat “ons geschiedt naar ons geloof.” Hoe meer vertrouwen des te groter het wonder. Met de Nieuwtestamentische genezingen, die bovendien nog een bijzonder teken ter bevestiging van de autoriteit van de Heer Jezus en Zijn apostelen waren, heeft dit niets te maken. Voodoo genezingen, Jomanda genezingen, magiër genezingen, mentale goocheltrucs, alles wat in de seculiere cultuur al lang is doorzien als bedrog of geraffineerd entertainment, komt in een spiritueel christelijk jasje op het charismatische podium terecht. Dank u, Jeeeses.

De theologie achter deze charismatische chaos zegt dat wonderen wel moeten gebeuren omdat God een liefdevol Vaderhart heeft en niet wil dat Zijn kinderen lijden. God kan echter ook niet werken buiten de door Hem vastgestelde orde. Zonder geloof kun je God niet behagen, zegt de Schrift, en zonder geloof wil God een mens niet behagen – voegt de charismaticus eraan toe. Dit is de orde van de schepping, leert David de Vos, dat niets gebeurt zonder geloof. Wij zijn door de Schepper bedoeld als heersers van de schepping, en wat wij zeggen, zal dan ook gebeuren. Wij spreken het en het gebeurt. “We speak it into existence.”

Waar komt dan ons lijden vandaan? Gebrek aan geloof. Dit kan de kortste alinea zijn in de beschrijving van de charismatische chaos.

Spurgeon heeft het eens mooi kernachtig gezegd. Ik heb het recent zien langstwitteren. “Healing is great but endurance is better.” Waarom is dat beter, het verdragen van een ziekte, of het verdragen van pijn? Het getuigenis van het Nieuwe Testament is hier net zo eenduidig als dat van het Rabbijnse jodendom. Maar het is de laatste die me wakker maakte. Daarom lees ik de rabbijnen, zodat ik met een scherpere blik kan lezen wat het NT altijd al onderwezen heeft.

“Wie lijden ondergaat, moet dat “met instemming” verdragen” lezen we in Berachot 5a. Waarom “instemming”? Als het lijden door God is veroorzaakt, dan is het een kastijding. God neemt een maatregel, deelt een corrigerende tik uit, doet dat om daardoor ons te vormen, te disciplineren. De instemming betreft Gods uiteindelijke voornemen, de liefde die het ware motief is achter het lijden, het ongemak, de ziekte die Hij ons geeft. Ziekte betekent tijd van bezinning, pijn is middel om tot inkeer te brengen, lijden brengt ons ertoe te onderzoeken of er bij ons zonde is, waardoor dit lijden een straf kan zijn. Want God straft ook in dit leven, bijvoorbeeld door Zijn bescherming van ons af te trekken. Hij kan ons overgeven aan de gevolgen van onze eigen zonden. 

Er is dus, in de ogen van de rabbijnen, zoiets als jisoerien de-ahava, lijden dat God ons doet lijden vanuit Zijn liefde voor ons. Het teken dat het gaat om een dergelijk lijden is, dat de relatie met God niet wordt verstoord, in concreto, dat de studie van de Torah en het gebed niet worden verstoord. 

Maar is dat dan niet “Joods”? Hoort dat niet bij een geheel onchristelijk godsbeeld? Kijk zelf maar in het Nieuwe Testament, of het idee van lijden, vooral het onderscheid tussen lijden als straf en lijden uit liefde, niet ook volkomen Nieuwtestamentisch is. Overweeg eens het volgende.

  1. De gemeente van Korinthe viert het avondmaal op onwaardige wijze en “onderscheidt” het Lichaam van de Heer niet. Daarom, zegt Paulus, “zijn er onder u veel zwakken en zieken, en velen zijn ontslapen.” Dat is lijden als straf, en dat,  vermoedelijk voor gelovigen. 1 Kor. 12:29, 30.
  2. Als iemand lijden ondergaat, wordt hem of haar niet aangeraden te geloven dat God genezing schenken wil en naar de genezingsdienst te gaan. “Lijdt iemand onder u? Laat hij bidden.” – Jacobus 5:13.
  3. Als iemand ziek is, dan is er reden tot gewetensonderzoek. De ouderlingen komen bidden. De zieke ontvangt een zalving, het gebed van de ouderlingen, het gebed van de gelovigen, dat zal hem “behouden.” Is dat hetzelfde als “genezen”? Ik meen van niet. Het gaat om het bewaren van de goede relatie met God ondanks ziekte en lijden. 
  4. Petrus weet van een lijden, dat iemand uit genade geschonken wordt. “Want dat is genade, als iemand om het geweten voor God dingen verdraagt die hem pijn doen, en daarbij ten onrechte lijdt.” – 1 Petrus 2:19.We zijn geroepen tot een dergelijk lijden, “omdat ook Christus (zo) voor ons geleden heeft” (1 Petrus 2:21). Christus is een voorbeeld van dit lijden. Het is Zijn lijden dat we in zekere zin voortzetten, omdat we in deze wereld Zijn positie innemen.
  5. Net als in Berachot 5a is er ook een samenhang tussen lijden en de vergeving van de zonde. Dat gaat niet over onze uiteindelijke bestemming. Dat is ook niet het perspectief van Petrus. Maar net als de rabbijnen kan Petrus zeggen, dat “wie in het vlees geleden heeft, is opgehouden met de zonde” (1 Petrus 4:1b). Lijden brengt bezinning.
  6. Tenslotte, lijden is een deelneming aan het lijden van Christus, en daarover mogen wij ons verheugen. “verblijdt u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus.” Hoe leest een charismatische leraar dit? Dit is een lijden vanwege liefde in rabbijnse zin. Een lijden dat we bevestigen, waarmee we instemmen, dat we dankbaar uit Gods hand ontvangen omdat het ons dichterbij Hem brengt.

Rabbijnse wijsheid en Nieuwtestamentisch inzicht komen samen bij de vraag of God ons ook lijden toebedeelt. Het antwoord is Ja. Hij straft, zoals in 1 Korinthe 12. Hij geeft lijden om ons tot bezinning te brengen en te laten nadenken over onze zonden, zoals in Jacobus 5. Er is zeker ook een “lijden uit liefde” als we met die uitdrukking ook kunnen verwijzen naar de gemeenschap aan het lijden van Christus. Want uiteindelijk was dat ook het getuigenis van de apostelen.

…en waren verblijd dat zij waardig geacht waren, omwille van de Naam smaadheid te lijden” (Hand. 5:41).

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *