Goede Vrijdag ochtend prediking

  1. Het ging verder op de ochtend van Goede Vrijdag.
    Het thema was “het gescheurde gordijn.” (Mark. 15:38) Het voorhangsel van de Tempel maakte scheiding tussen het Heilige – waar de priesters mochten komen – en het Heilige der Heiligen. In die ruimte stond de Ark van het Verbond met daarin de Stenen Tafelen. Bovenop die Ark – een grote kist van acaciahout – stonden twee cherubs met het gelaat naar elkaar toe en hun vier vleugels beschermend uitgespreid. Tussen die cherubs troonde de Heere, de God van Israël. Eenmaal per jaar mocht de Hogepriester binnentreden, met een koperen vat vol brandende kolen en wierook, en een lepel vol bloed van de zondenbok dat hij nu moest sprenkelen op de hoorns van het altaar. Symbool van de volkomen verzoening die Christus nog zou brengen. Omringd door de rookwolk kon hij nog steeds het aangezicht van God niet aanschouwen. Vanwege onze zonde en onreinheid was er geen directe toegang tot God.
    Op het voorhangsel van blauwpurper en rood fijn linnen, stonden twee cherubs afgebeeld. Cherubs zoals zij die de toegang tot het Paradijs versperden, met een vlammend zwaard. Heel dit gordijn sprak de woorden: Verboden Toegang. Daarom was het zo bijzonder dat dit gordijn van boven af scheurde op het moment dat Jezus stierf aan het kruis. Het was een symbolische daad van God om aan te duiden dat Jezus nu “een nieuwe en levende weg voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees”(Hebr. 10:20). De weg naar Gods hart staat nu open en wij mogen met vrijmoedigheid naderen. De poort staat nu open, ook voor jou.
Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *