God heeft ons gegeven een geest van kracht, liefde en bezonnenheid

Verkondiging in Ter Apel op zondag 14 juni 2020 in de Baptistengemeente De Ark.

Thema was de tekst uit 2 Timotheus 1:7, “God heeft ons niet gegeven een Geest van bangheid, maar van kracht, liefde en bezonnenheid.”

Ook voor predikanten is de tijd van de corona crisis een periode waarin het makkelijk tot verslagenheid en ontmoediging kan komen. Daarom zijn de woorden van Paulus aan het begin van zijn tweede brief juist ook voor ons zo belangrijk.
In de eerste plaats moeten we opmerken hoe Paulus de vermaning aan het adres van zijn geliefde kind in de geest, Timotheus, voorbereid heeft. Hij benadrukt zijn gezag als apostel, hij legt het fundament van genade, barmhartigheid en vrede, hij bevestigt het ongeveinsd geloof van Timotheus en herinnert hem daarmee aan zijn geloofsweg.
Maar dan blijkt dat Timotheus – zoals het ook ons kan overkomen – aan enthousiasme en vrijmoedigheid heeft ingeboet. Zijn bijzondere gave als leraar in de gemeente moet worden aangewakkerd, het vuur dreigt uit te doven. Paulus moet hem zelfs oproepen om zich niet te schamen voor het getuigenis van de Here Jezus, en te aanvaarden dat verdrukking nu eenmaal het deel is van iedereen die het evangelie verkondigt. Als je beseft, zoals Paulus zegt in vers 9, dat je al voor de tijden van de eeuwen bent voorbestemd tot de genade die in Christus Jezus is, dan kun je daar toch kracht uit putten.
Maar het belangrijkste ligt eigenlijk besloten in zevende vers. Onze geestelijke toestand komt niet uit onszelf voort, wordt niet door onszelf bepaald. God geeft ons Zijn Heilige Geest en die is niet bang of lafhartig. Dat is een geest van kracht – het is Gods kracht die in ons werkt door de Geest. Zo lezen we dat ook in Efeze 3: 20. Het is een geest van liefde – het is Gods liefde die in ons hart is uitgestort zegt Romeinen 5:5. Liefde voor broeders en zusters, inclusief diegenen die lastig en weerbarstig zijn.

De kracht om het evangelie te verkondigen in het volle besef van de eigen positie die ons is gegeven, kan er toe leiden dat we te weinig zorg hebben voor de belangen van onze broeders en zusters. Maar als de liefde voor de broeders en zusters overheerst, kan het gebeuren dat we de verantwoordelijkheid tegenover het evangelie te kort doen. Daarom wordt er door Paulus nog een derde “geest” genoemd en dat is de geest van de bezonnenheid. Dat is een houding waarin we nuchter en praktisch afwegen wat het goede is dat we moeten doen en het kwade is dat we moeten nalaten. Te veel kracht verplettert de broeders en zusters. Teveel liefde verwaarloost het evangelie. Het is de praktische wijsheid die we nodig hebben om hierin het evenwicht te vinden.

Deze “geesten” liggen niet besloten in onze natuurlijke vermogens. Op een schaal van 0-10 presteren we uit onszelf misschien maar een 1, of 2 als we heel goed zijn. Maar telkens weer wanneer het nodig is, zal de Heilige Geest ons woorden geven, een houding geven waardoor we kunnen volbrengen wat God voor ons heeft voorbereid. Vermijd je die broeder die altijd zo vervelend is in jouw ogen? Dan legt de Here je woorden van bemoediging in je mond en geeft je een geest van broederlijke liefde in je hart. Zo wil de Here ons leiden. Niet alleen predikanten zoals Timotheus, maar elke gelovige. Want wij allen zijn afhankelijk van de Geest voor de uitoefening van de genadegave die elk van ons geschonken is.

Dit bericht is geplaatst in PREKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *