Een ontmoeting met Elia (vervolg) – Berachot 3a

Samenvatting:
De profeet Elia spreekt over een hemelse stem die dagelijks drie keer schreeuwt vanwege de zonden van Israël, die leidden tot de vernietiging van Gods huis en de verbanning van Zijn volk. Elke keer dat Israël God prijst, voelt God zowel de pijn van de verbanning als de hoop op lof in Zijn huis. De pijn van Israël is ook Gods pijn, en er is een verlangen naar de herbouw van het heiligdom voor zowel God als Israël.

En na deze inleiding zei Elia tot mij: Welke stem hoorde je in die ruïne? Ik antwoordde: Ik hoorde een Hemelse stem, als een echo van dat gebrul van de Heilige, Gezegend zij Hij (Maharsja), koerend als een duif en zeggende: Wee de kinderen, door wier zonden Ik Mijn Huis verwoestte, Mijn Tempel verbrandde en hen onder de volkeren verdreef.

En Elia zeide tot mij: Bij uw leven en bij uw hoofd, niet alleen schreeuwde die stem op dat moment, maar hij schreeuwt elke dag drie keer. Bovendien, elke keer dat Gods grootheid wordt opgeroepen, zoals wanneer Israël synagogen en studiezalen binnengaat en in het kaddisjgebed antwoordt: Moge Zijn grote naam gezegend zijn, schudt de Heilige, Gezegend zij Hij, Zijn hoofd en zegt: Gelukkig is de koning die zo geprezen wordt in zijn huis. Toen de Tempel stond, werd deze lofprijzing daar gereciteerd, maar nu: Hoe groot is de pijn van de vader die zijn kinderen heeft verbannen, en wee de kinderen die van de tafel van hun vader zijn verbannen, want hun pijn voegt zich alleen maar bij die van hun vader.

Commentaar Rav Steinsalz:

In zijn visioen, in de kleine profetie die Rabbi Yosei in de ruïne beleefde, werd hem verteld dat de pijn over de ballingschap niet beperkt is tot Israël alleen. Israëls pijn in ballingschap is ook Gods pijn, en men moet hopen dat God Zijn heiligdom zal herbouwen, zowel omwille van Hemzelf als omwille van Israël.

Dit bericht is geplaatst in Israël, Jodendom, KOINONIA LIVE!. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *