De discussie gaat nog even door… Hoe zit het dan met Kol 2? En met de brief van Jacobus?
Heel kort: de ceremoniële geboden gelden voor de messiaanse joden, omdat zij joden zijn en blijven. (Al is dat nu vrijwillig, en uit liefde dat zij die geboden op zich nemen – zij en wij staan niet “onder” de Wet.) Maar we leren van alle 612 geboden – het 613e staat niet rechtstreeks in de Torah maar is het gebod om God als God te erkennen. De beginselen zijn blijvend geldig, het voorgeschreven gedrag echter is niet rechtstreeks geldig. (Geen regels, geen “wetten” dus in moderne zin.)
En dan Abraham: zeker, hij geloofde God en het werd hem tot gerechtigheid gerekend. D.w.z. de vervulling van de verbondstrouw lag in zijn geloofsvertrouwen. Dat is de grondslag van Abrahams behoudenis. Maar Abraham krijgt wel de opdracht op voor Gods aangezicht te wandelen, volmaakt en oprecht te zijn. Gen. 17:1.
En hoe doet Abraham dat? Dan nu de tekst die ik me bij het maken van de video niet kon herinneren:
Daarom dat Abraham Mijn stem gehoorzaam is geweest (…is dat de Geest die tegen Ruben zegt wat hij doen moet?) … en heeft onderhouden Mijn bevel, Mijn geboden (let op: meervoud), Mijn inzettingen en Mijn wetten.”
Het meervoud is van belang! Abraham krijgt de opdracht voor Gods aangezicht te wandelen en dat houdt in dat Hij de geboden houdt. Die moeten hem dan geopenbaard zijn geweest.
En dan is er ook uitleg nodig van wat Gods stem precies bedoelt – geen ingeving van binnenuit die ons op elk moment zegt dat we links of rechts moeten gaan. Dat is wat Mozes deed en de 70 die werden aangesteld om hem bij te staan: “Verklaar hun de instellingen en de wetten, en maak hun bekend de weg waarin zij zullen wandelen en het werk dat zij zullen doen.” (Ex. 18:20)