De zesvoudige gerechtigheid in Paulus’ brief aan de Romeinen

De zesvoudige gerechtigheid

in Paulus’ brief aan de Romeinen

 

  1. De gerechtigheid Gods is noodzakelijk (1:18-3:20)
  2. De gerechtigheid Gods wordt toegerekend, niet verworven (3:21-5:21)
  3. De gerechtigheid Gods wordt gerealiseerd in de gelovigen (6:1-8:39)
  4. De gerechtigheid Gods wordt bevestigd door Gods trouw aan Zijn beloften aan Israël (9:11-11:36)
  5. De gerechtigheid Gods wordt beoefend in de gemeente (12:1-15:13)
  6. De gerechtigheid Gods wordt zichtbaar in de steun van heidenen aan Joden (15:14-33)

1. De gerechtigheid Gods is noodzakelijk (1:18-3:20)

Het evangelie van Jezus Christus openbaart de gerechtigheid die God als bron heeft, als de ultieme maatstaf van het menselijke leven, met als gevolg de toorn van God over de goddeloosheid van de mens, zowel joden als niet-joden.

2. De gerechtigheid Gods wordt toegerekend, niet verworven (3:21-5:21)

Deze noodzakelijke gerechtigheid Gods  – die een mens nodig heeft om in het oordeel te worden vrijgesproken – wordt niet verworven door (goede) werken, maar uit genade geschonken aan allen die in Christus geloven; de gerechtigheid wordt toegerekend.

3. De gerechtigheid Gods wordt gerealiseerd in de gelovigen (6:1-8:39)

In het geloof echter worden met Christus in Zijn dood geïdentificeerd en als gestorven met Christus zijn wij nu vrij van de (wet van) de zonde en kunnen de Heer dienen in een vernieuwd leven. Wij worden dienaren van de gerechtigheid Gods.

4. De gerechtigheid Gods wordt bevestigd door Gods trouw aan Zijn beloften aan Israël (9:11-11:36)

God bewijst Zijn gerechtigheid ook in de trouw aan Israël, Zijn uitverkoren volk, dat nu is verworpen vanwege hun ongeloof, maar hersteld zal worden op grond van Gods genade.

5. De gerechtigheid Gods wordt beoefend in de gemeente (12:1-15:13)

In de gemeente wordt de gerechtigheid van God door gelovigen gedáán in de afzondering van de wereld, de onderwerping aan de overheid, in de verdraagzaamheid en broederlijke liefde onderling etc.

6. De gerechtigheid Gods wordt zichtbaar in de steun van heidenen aan Joden (15:14-33)

In de onderlinge dienstbaarheid van de gemeenten van Christus wordt de gerechtigheid van God zichtbaar gemaakt; in het bijzonder in de collecte waarmee de heidense gemeenten de gemeente van Jeruzalem ondersteunen. Het is gerechtigheid omdat de heidenen een schuld dragen tegenover de joodse christenen door wie zij nu het evangelie van hun behoudenis hebben ontvangen.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *