A Theology of Love – #1 – The Clue – Samenvatting

Samenvatting Hoofdstuk 1

1. Het thema van dit boek is deze vraag: is er een manier van interpreteren die de christelijke leer en het christelijke leven op een harmonieuze wijze in één systeem samenbrengt? Hoe is een theologie mogelijk die met het echte menselijke (morele) leven te maken heeft?

2. De benadering in dit boek steunt in hoge mate op het werk van John Wesley. De korte samenvatting van zijn manier van interpreteren in de theologie is: “liefde voor God en de mens.” Elk dogma van het christelijk geloof heeft als fundamentele betekenis de liefde. Het is dat thema dat alle leerstellingen samenbindt in een grote dynamische architectuur.

3. Dit betekent niet, dat we onze rationele integriteit moeten opgeven ten gunste van een of ander vaag begrip van liefde. De christelijke leer wordt levend in de menselijke ervaring, maar dat betekent niet dat de christelijke leer verdampt in een of andere mystieke mist.

4. Omdat liefde een fundamenteel thema is, zal het eindpunt van onze overwegingen niet een einde maken aan onze verschillen van mening, maar juist een levendige dialoog bevorderen.

5. Waarom John Wesley?
5.1 In de eerste plaats omdat zijn begrip van de liefde meer theologische en religieuze problemen oplost dan welk ander begrip dan ook.
5.2 In de tweede plaats omdat het begrip liefde als fundamentele waarheid het evangelie meer recht doet dan andere elementen van de theologie: liefde is immers de boodschap van het evangelie.
Gods onbeperkte, onpartijdige en onverwoestbare liefde moest worden “geopenbaard” omdat zelfs de hoogste menselijke liefde een beperking kent. Bovendien is de zonde te definiëren als de perversie van de liefde, waarbij de liefde zichzelf tot voorwerp neemt. Is het niet denkbaar dat de leer van de bijzondere uitverkiezing – zoals in het calvinisme – de projectie is van een gebrekkige menselijke liefde op het karakter van God?
5.3 In de derde plaats ondersteunt het begrip liefde de morele, persoonlijke en geestelijke relatie tussen God en de mens. Het verhindert daardoor de juridische, mechanische of mathematische manier van denken die aan de realiteit van het evangelie voorbijgaat.
5.4 In de vierde plaats vinden we bij hem geen provincialisme in zijn theologie. Hij heeft een waarachtig “katholieke” benadering. Liefde is voor hem ook het goddelijke antwoord op het probleem van de onderlinge verdeeldheid van christenen.
5.5 In de vijfde plaats baseert hij zijn geloof uitsluitend op het Woord van God – we hebben te maken met een strenge Bijbelse theologie. Daarom zullen we in dit boek ook uitgebreid Bijbelse theologie aan het woord laten komen.

6. Dat betekent niet, zoals sommigen zullen denken, dat Wesley geen echte theoloog was. Wat hij doet is de theologie voorzien van een waarachtige geestelijke dimensie. Het evenwicht van de verschillende leerstellingen wordt daardoor bereikt. Er is een andere “configuratie” van de christelijke leer.

7. De kern van Wesley’s bijdragen aan de theologie, is het opnemen van de leer van de heiliging, onderscheiden van de rechtvaardiging maar er volledig mee verbonden. Terecht had Luther protest aangetekend aan een rechtvaardiging door werken – rechtvaardiging is uit geloof, niet uit werken. Maar in deze correctie van de Katholieke verwarring, heeft Luther zelf een nieuwe verwarring geïntroduceerd. (Namelijk door te suggeren dat de tegenstelling tussen geloof en werken gelijk staat aan een tegenstelling tussen rechtvaardiging en heiliging.) Heiliging is niet hetzelfde als “werken”.

8. Rechtvaardiging en heiliging zijn twee aspecten van dezelfde waarheid. Heiliging is geworteld in het werk van Christus, en dat is het werk van de verzoening die rechtvaardig maakt. Het aanvaarden van Gods genade van vergeving in geloof is het begin van de heiliging.

9. In de rechtvaardiging door het geloof, ziet Wesley een genade die de verzoening met God mogelijk maakt voor alle mensen, maar niet onvermijdelijk maakt. Er is geen alverzoening in de leer van Wesley.

10. Het is ook een vergissing om aan te nemen dat Wesley geleerd heeft dat men eerst wordt gerechtvaardigd en vervolgens de heiliging er aan kan toevoegen. Zowel de rechtvaardiging als de heiliging zijn uit geloof – daarin gaat Wesley dan verder dan Luther. Zodra wij tot geloof komen is er een persoonlijke relatie met Christus waarin wij Gods genade hebben ontvangen en een leven van heiligheid (sic: holiness) begint. De nieuwe relatie met God rust op de rechtvaardiging maar mondt uit in de vernieuwing van het leven. In dit nieuwe leven zijn er belangrijke morele ervaringen, want dit leven is concreet. Op die wijze willen we spreken over de heiliging.

Dit bericht is geplaatst in Bijbelstudie, Heiliging. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *