De Torah bepaalt het leven en dat geldt ook voor de Radicale Reformatie

Er bestaat een innerlijke verbinding tussen de Joodse manier van spreken over de gehoorzaamheid aan de Torah (de uitvoering van het gebod God lief te hebben) en de Christelijke manier van spreken over de navolging van Christus in de traditie van de Wederdopers. Dat kunnen we illustreren aan de hand van een vers uit de Parasja van deze week: Deuteronomium 10:12.

En nu, o Israël, wat eist uw God ”ה van u? Alleen dit: om uw God ”ה te vereren, om alleen op goddelijke paden te wandelen, om uw God ”ה lief te hebben en te dienen met heel uw hart en ziel. (Deut. 10:12)

In dit vers vinden we eigenlijk de hele Tora terug in de vorm van 6 geboden.

In de eerste plaats impliceert het vers dat we moeten geloven dat er een god is. De uitdrukking “uw God” impliceert ook dat dit waarachtig de god is die zich aan Israël heeft geopenbaard.

Dat brengt ook een tweede opdracht met zich mee, en dat is het verbod om in andere machten en krachten te geloven. We mogen ook niet geloven dat God zijn macht om deze wereld te beheersen aan andere krachten of Engelen heeft overgedragen.

In de derde plaats wordt uiteraard ook verondersteld dat God volledig de Ene is. Zo lezen we het immers in hoofdstuk 6: hoor Israël de heer onze god is de ene.

Wat vraagt deze God dan van ons? Dat is de vierde opdracht: God lief te hebben is de opdracht om de positieve opdrachten de geboden te gehoorzamen.

De keerzijde daarvan is de opdracht om de god van Israël te respecteren, te vrezen. Dat betekent dat we de negatieve opdrachten, de verboden in acht moeten nemen. Dat is het vijfde element.

En tenslotte vinden we als de zesde opdracht om in de wegen van God te wandelen, en dat betekent dat we de verleiding moeten weer staan om toe te geven aan onze verlangens of ons bezig te houden met valse overtuigingen die ons van de juiste weg kunnen afleiden.

Deze 6 geboden hebben eigenlijk elk moment van het leven geldigheid. Ieder moment dat we aan één van deze 6 opdrachten denken, hebben we die opdracht al vervuld. Maar hoe is het mogelijk dat we voortdurend aan deze opdracht voldoen? Het is toch onmogelijk om op elk moment aan al deze 6 opdrachten te voldoen. De bedoeling is om zo dicht mogelijk bij en met God te leven. Zoals we lezen in het boek Numeri:

Als gij daarnaar ziet (de tzitzit of gedenkkwasten) , dan zult gij al de geboden des Heren gedenken en die volbrengen zonder uw hart of uw ogen te volgen, dat gij u daardoor tot overspel zoudt laten verleiden,opdat gij gedenkt en volbrengt al mijn geboden en heilig zijt voor uw God.

Een leven met God houdt dus in dat we in elke situatie van het leven ons afvragen wat God wil. Immers, God liefhebben betekent Hem gehoorzamen.

In de tradities van de wederdopers wordt iets vergelijkbaars gezegd. Wat betekent geloven in Jezus? Dat is hem na te volgen in het leven, dat wil zeggen hem te gehoorzamen. Indirect wordt daardoor elke Christen gebonden aan de Torah. Jezus heeft Immers de geldigheid van de Torah bevestigd in Mattheus 5. De missie van Jezus was deze Torah te vervullen, dat wil zeggen haar tot het doel te brengen dat God ermee heeft gehad. Hij was niet gekomen om de Torah af te schaffen.

 

Dit bericht is geplaatst in Chr. Ethiek, Discussie, Jodendom. Bookmark de permalink.

Eén reactie op De Torah bepaalt het leven en dat geldt ook voor de Radicale Reformatie

  1. Frank schreef:

    ‘Het koninkrijk Gods is binnen ulieden’ was waarschijnlijk de belangrijkste uitspraak die Jezus ooit gedaan heeft, naast de verklaring dat zijn Vader een levende, liefdevolle geest is.
    Zullen wij her aandurven, om zonder onze kritische zin en wetenschappelijke waarheid te verloochenen, dankbaar en gehoorzaam de oude belijdenis Christus Kurios tot uitgangspunt te nemen. Er waren tijden en situaties dat het vrijzinnige prevaleerde boven het christelijke. Thans heeft mijns inziens het christelijke te prevaleren boven het vrijzinnige.Alleen: dit prevaleren betekent nimmer een ontkenning, het involveert een erkenning van het vrijzinnige, zij het een gerelativeerde. (Bron: Het vrijzinnig protestantisme op een tweesprong / W. Banning. – Arnhem, 1945)
    Niemand kan zeggen: Christus is de heer, behalve door toedoen van de heilige Geest (1 Kor. 12:3b)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *