De reactie van Nicodemus

Om over na te denken:

Wat zou Nicodemus na zijn gesprek met Jezus over hem gedacht hebben?



“Niets wat Jezus heeft gezegd over het Koninkrijk der Hemelen zegt mij dat wij hier, waar wij zijn, kunnen bouwen, de Torah kunnen gehoorzamen en zo een koninkrijk van priesters en heilige mensen kunnen zijn. Hij spreekt over de Hemel, niet over de aarde; zijn regels zijn regels voor zijn tijd en plaats omdat ze alleen te doen zijn wanneer je letterlijk achter hem aanloopt. Maar nu hij er niet meer is? Hij zegt dat zijn juk gemakkelijk is en dat zijn last licht is – daarboven, in een hemels visioen van het Koninkrijk misschien. Maar niet voor hier en nu. De aanwijzingen die hij geeft, passen niet voor het werkelijke leven van alledag, waarin we dat Koninkrijk nog moeten verwachten. Het klinkt allemaal mooi, maar het is utopisch, letterlijk: zonder plaats.

Waarom mag iemand niet zijn vader begraven voordat hij Jezus volgt? Waarom moet iemand zijn hele vermogen aan de armen geven, om dan als een arme Jezus te volgen? Dat is geen Torah! Dat is geen onderwijs dat een gewone jood volgen kan. Die heeft verplichtingen tegenover vader en moeder, broers en zussen, tegenover zijn buren en het gehele volk Israël. Heeft Jezus nu echt gezegd dat wie de Torah gehoorzaamt en voor de zijnen zorgt, hem niet waardig is? Is de navolging van Jezus dan zo exclusief? Maar wie van zijn leerlingen is die weg dan werkelijk gegaan? Dat is een weg voor een volmaakte, een asceet, een kluizenaar, een weg voor iemand die zich volledig heeft losgemaakt van het dagelijkse leven. Maar ik bewandel het pad hier beneden, ik heb vader en moeder, broers en zussen en mijn buren, ja het gehele volk als degenen voor wie ik zorgen moet. Hoe zou ik anders kunnen leven, dan op deze manier die de Torah mij onderwijst? Hij spreekt over een wedergeboorte, een opnieuw geboren worden vanuit de hoogte, hij spreekt over een reiniging door water en geest. Maar waartoe dan die reiniging? Wat brengt die dan voor de wereld? En waarom is dat niet juist een reiniging door middel van Gods woorden op de Sinaï, door de Torah zodat Gods wil op aarde gedaan kan worden?

 

Ik ga nu naar huis. Hij roept me om hem na te volgen, maar ik ben een deel van Israël. Hij zegt niet dat ik de Torah moet gehoorzamen, maar dat ik hem moet volgen. Maar de Torah bepaalt wie ik ben. Hij zegt dat ik huis en familie moet opgeven, maar God heeft ons op de  Sinaï verteld dat er geen koningschap van God is zonder huis en familie, dorp en gemeenschap, land en mensen. Het koninkrijk van God moet hier komen, te midden van Gods volk en dat is geen beperking, want iedereen kan één van Gods volk, Israël, worden. En elke niet-Jood kan zich aansluiten bij dat Koninkrijk door de zeven wetten van de zonen van Noach te volgen. Zo kunnen we samen bouwen aan de toekomst, in de zekere hoop dat er een moment zal komen dat Hashem zelf het Messiaanse Rijk zal brengen en Zijn messias zal zalven. Maar dat was niet de boodschap van Jezus. Of misschien was het wel zijn boodschap en hebben zijn leerlingen het niet begrepen?

Zijn leerlingen spreken nu over hem alsof hij een hemels wezen was dat al bestond voor de schepping. Ze bedoelen dat niet “bij wijze van spreken”, ze zeggen dat hij dat alles werkelijk is. Het zijn geen namen, maar beschrijvingen van zijn wezen. Dat is niet wat ik zag en hoorde toen ik hem kwam opzoeken die nacht. Ze noemen hem de wijsheid van God, en het vleesgeworden Woord, en het instrument van de Schepping en plaatsen hem boven de engelen. Dat zijn titels van de Torah, en niet van de Messias. Sommigen noemen hem al de Zoon van God – een titel die de Heilige Schrift aan het volk Israël heeft toegekend. Ik zag een leraar, van God gezonden dacht ik. Maar zijn leerlingen zagen iets geheel anders. Ze zagen in hem iets waar de hele Torah geen woorden voor heeft.

Ik hou eraan vast: hij was een leraar door God gezonden. Een van ons. Heel uniek in veel opzichten, maar toch een van ons. Rabbi Jesjoea mi-Nazareth. Een plaatsgenoot misschien van Rabbi José ha-Galili omdat die ook uit Galilea kwam. Zijn leerlingen zouden er goed aan doen hem ook zo te zien. Hoe kunnen ze nu volhouden dat hij de beloofde Messias was? Dan kijken ze ook alleen naar de hemel, want hier op aarde is er niets van te zien. Israël zucht nog steeds onder de macht van de volkeren, er is nog steeds geen vrede in de wereld en de maatstaven van het recht worden nog overal geschonden.

Juist ook door de volgelingen van Jezus zelf, als ik even als profeet mag spreken. Ik zag dat ze nog steeds niet hebben begrepen dat Jezus het Koninkrijk wel wilde brengen en ernaar verlangde, maar moest toegeven dat het “niet van deze wereld was.” Dat hij het ook heeft moeten erkennen op die plaats van marteling, toen hij zag dat God hem verlaten had en zijn zelfgekozen missie niet ging voltooien: “het is ten einde” riep hij uit! Maar als het niet van deze wereld is, wat is het dan? Je kunt het zien aan wat er door zijn leerlingen uiteindelijk van zijn onderwijs gemaakt is. In een visioen zag ik het: hoe christenen hebben bijgedragen aan jodenhaat en antisemitisme, hoe ze ons hebben uitgebuit, onderdrukt, beledigd met hum middeleeuwse wettelijke discriminatie, hoe ze uiteindelijk gewillig hebben toegelaten dat 6 miljoen van ons zijn vermoord.

Ik zeg dit niet om Jezus in diskrediet te brengen. Hij was een leraar van Godswege. Hij wilde het goede, hij ging de messiaanse weg die ons volk voortdurend door de geschiedenis heen gegaan is. Door lijden heen naar de volmaaktheid die alleen God zal schenken. Dat is ons pijnlijke bestaan en hij is daarin verder gegaan dan wie dan ook. Maar God heeft het messiaanse rijk niet gebracht en de kerk die kwam is voor een groot deel de moordenaar van Jezus’ broeders en zusters geweest. Wanneer komt daar definitief een eind aan?”

Dit bericht is geplaatst in Israël, Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *