Wat verstaat Levinas onder Torah?

De Torah, in zijn meest beperkende zin, verwijst naar de Pentateuch of de Vijf Boeken van Mozes. Volgens de mondelinge interpretatieve traditie hebben deze Vijf Boeken een fundamentele autoriteit die voortduurt met verschillende graden van heiligheid in de rest van de Hebreeuwse Bijbel, de Profeten en de Geschriften. De Profeten, beginnend met Jozua en eindigend met Maleachi, worden door de traditie niet gezien als een verbetering van de Pentateuch. Integendeel, de Profeten, net als de Geschriften die hen volgen, benadrukken bepaalde aspecten van rechtvaardig menselijk gedrag dat altijd een essentiële continuïteit over tijd en plaats veronderstelt.

De gehele Hebreeuwse Bijbel wordt vaak aangeduid met het acroniem Tanach, dat staat voor Torah (onderwijs), Nevi’im (profeten) en Ketuvim (geschriften). De geschriften omvatten onder andere de Boeken der Psalmen, Spreuken, Job, Jona en Ruth. De mondelinge of rabbijnse interpretatie van bijbelse wetten is vastgelegd in de zes delen van de Misjna, die de kern vormen van Talmudische commentaren op bijbelse wetten. De Misjna, geredigeerd in de tweede eeuw van de gewone jaartelling, behandelt voornamelijk de praktische toepassing van wetten, halakha. Deze wetten worden door de traditie gezien als afgeleid van de mitzvot of geboden van de Torah.

De zeventig delen van de Babylonische Talmoed, voortgekomen uit het rabbijnse equivalent van een voortdurende constitutionele conventie over een periode van ongeveer driehonderd jaar, werden samengesteld aan het begin van de zesde eeuw CE. Dit boek kan worden gelezen volgens de vierenvijftig wekelijkse porties van de Pentateuch die de volgorde van het Joodse liturgische jaar volgen, of in secties die de lezer het meest boeiend vindt. De gepassioneerde lezer kan natuurlijk het hele werk lezen. De porties waarop in ons boek aandacht wordt gevestigd vragen om verdere interpretatie door anderen.

Levinas bindt zichzelf expliciet aan de Joodse lezing van de Schrift. Hij herinnert de lezer aan de vier dimensies van het interpreteren van Schrift. Deze vier niveaus in het Hebreeuws worden pardes genoemd, wat boomgaard betekent. De letterlijke betekenis van de tekst, p’shat, betreft de evidente betekenis. Dit eerste niveau wordt vaak geassocieerd met commentaren door Rashi of Sphorno. Een tweede en allegorische dimensie of verborgen betekenis wordt remez genoemd. Het derde niveau betreft de morele les die door de tekst wordt onderwezen en heet dirosh. Levinas richt zich vooral op dit derde niveau en het letterlijke niveau. Het vierde niveau is het mysterie van de tekst, sod genoemd, wat fundament betekent en weerspiegeld wordt in Kabbalistische teksten.

Deze vier niveaus zijn niet geïsoleerd maar doordringen elkaar vaak. Deze interpretatieve traditie wordt altijd zo uitgedrukt dat ze lessen voor iedereen overbrengt, hoewel op verschillende manieren.

Dit bericht is geplaatst in Exegese, Levinas. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *