Opnieuw: de Joodse Jezus vs. de dogmatische

Een heel belangrijk uitgangspunt voor onze theologische beschouwingen wordt door Kuitert besproken in zijn boek “Jezus, nalatenschap van het christendom.” Dat vind je in hoofdstuk 10, “Christologie en de religie van Christus,” in de eerste paragraaf: “over de joodse context.” Een vast en ferm uitgangspunt is dat Jezus een jood uit de eerste eeuw was. Drie zaken kunnen daarmee worden verbonden.

 1. Jezus dacht als een Jood

Ten eerste, er is historische zekerheid over één onderdeel van het leven van Jezus. Dat wil zeggen dat Jezus over God dacht zoals het jodendom in zijn tijd dacht. Nu was dat jodendom wel heel divers; het was niet alleen maar het jodendom van de farizeeën en schriftgeleerden. Toch moet Jezus passen in de matrix van het jodendom van die tijd. Jezus als jood is een uitdrukking voor dat bepaald worden door de matrix van het tweede tempel jodendom met zijn vier pijlers: land, tora, tempel en volk. Dit is op een of andere wijze essentieel voor Jezus als historische persoon.

2. Het Christendom berust op de historische Jezus

Kuitert verbindt daar, ten tweede, meteen deze conclusie aan: het christendom heeft zijn eigen onafhankelijke bestaan te danken aan Jezus als historisch persoon. Alleen met een verwijzing naar Jezus in zijn historische concreetheid kan het christendom zich legitimeren tegenover het huidige rabbijnse jodendom. Kuitert bedoelt met legitimeren dat het christendom verplicht is om tegenover het jodendom te stellen wat ze is en waarom ze dat is.

3. De Joodse context is niet de dogmatische christologie

Ten derde. Het grote onderscheid dat gemaakt moet worden, is het verschil tussen de joodse matrix waarin Jezus geloofde, dacht en handelde als jood, en de christelijke matrix, de christologie. De woorden en daden van Jezus, zijn leven en lot, moeten een uitleg krijgen binnen de symboliek van de joodse religie van Jezus. Een christologie moet dus een jesulogie zijn, een Jezus-symboliek. Als we dat anders doen, zegt Kuitert , zou de christelijke godsdienst helemaal anders zijn dan de geloofsovertuiging van Jezus zelf. Dat zou betekenen dat het christendom claimt meer over God te weten dan Jezus zelf, wat tot een onoplosbare tegenstrijdigheid leidt.

De Joodse Jezus vs de dogmatische Jezus

Die tegenstrijdigheid ontstaat al wanneer gezegd wordt dat er zo’n groot verschil is tussen de Jezus van de evangeliën vóór de opstanding en de Jezus zoals die na de opstanding door Paulus en anderen wordt uitgelegd. De navolging van Jezus is gebonden aan zijn leer en leven vóór de opstanding en die is veel belangrijker dan dogmatische uitspraken na de opstanding onder andere door Paulus bedacht. De afstand tussen Paulus’ dogmatiek en leer en het concrete geloof van Jezus zelf moet ten gunste van de levende Jezus worden opgelost.

De christelijke kerk heeft die tegenstrijdigheid op zich genomen toen men Jezus begon te vereren als God op aarde, wat binnen het Tweede Tempel Jodendom ondenkbaar is. Het is onmogelijk om binnen die joodse matrix Jezus als God op aarde te vereren. Het laatste wat een Jood zou doen, is zichzelf als een soort God op aarde voorstellen.

De evangeliën zeggen dit niet, volgens Kuitert,  behalve in de brieven van Paulus (misschien) en in het evangelie van Johannes (misschien) waar dit wel gebeurt. Ik ben het eens met Kuitert dat het ondenkbaar is dat Jezus zichzelf als een soort God op aarde zag. Natuurlijk waren er vele stromingen in het jodendom van de eerste eeuw: apokalyptische bewegingen, Farizeeën met hun opwekkingsprediking, traditionele Sadduceeën en Zeloten. Maar er was niet één stroming die de Messias als God zelf heeft gezien.

Jezus heeft in die veelheid van stromingen wel degelijk een keuze gemaakt. Hij koos vooral voor de ideeënwereld van de Farizeeën en verdedigde hen tegenover de Sadduceeën. Maar  al deze stromingen hebben gemeenschappelijk dat ze gebaseerd zijn op Deuteronomium 6 vers 14.  Hoor Israël, de Heer onze God is één.

Wat was nu precies de godsdienst van Jezus? Het gaat niet om zijn persoonlijke vroomheid of gebedsleven, en om iets anders dan zijn persoonlijke levenshouding. In eerdere eeuwen probeerde men vooral Jezus los te maken van die joodse matrix en hem te zien als verschillend van het jodendom door zijn persoonlijke vroomheid. Maar dit werkt niet. Je kunt niet vasthouden aan zowel de leer van twee naturen (Jezus is God én mens) als proberen om het jodendom uit Jezus te bannen, terwijl je tegelijkertijd je wilt beroepen op de historische Jezus. De historische Jezus en de dogmatische Jezus zijn niet dezelfde.

De leidraad voor christologie moet dus eigenlijk zijn wat Jezus zelf geloofde, deed en hoe hij zijn leven uitlegde. Dan kom je niet uit bij een dogmatische Jezus maar bij een uitleg over Jezus’ betekenis binnen die joodse matrix van het Tweede Tempel Jodendom.

Dit betekent dat Jezus een leraar was vanuit de joodse traditie over morele zaken, maar dat sluit uit dat je de dogmatiek volgt zoals die bij Paulus begint. Het evangelie van Johannes en Paulus’ brieven zijn niet primair; belangrijker is wat we in de synoptische evangeliën vinden over de historische Jezus – onder de oppervlakte van de geloofsleer van de eerste gemeente. Het criterium om alles wat Jezus zei en deed te begrijpen als onderdeel van het Tweede Tempel Jodendom kan omstreden zijn, omdat men vreest de mogelijkheid dat bij Jezus alles nieuw is, over het hoofd te zien. Maar ik denk dat binnen het Nieuwe Testament goed te vinden is wat Jezus juist verbindt met het jodendom.

Jezus was een leraar, dicht bij wat we vinden in de brief van Jacobus en beter te interpreteren via passages zoals de Bergrede. Er loopt een scheiding door het Nieuwe Testament tussen de leer en het leven van Jezus enerzijds en de latere interpretaties anderzijds. Er is ook nog een geleidelijke vergoddelijking van Jezus in latere teksten op grond van Daniël 7. Jezus wordt gezien als de hemelse Zoon des Mensen – maar dit levert problematische beelden op volgens Kuitert die ik hier grotendeels volg.

Het komt erop aan nauwkeurig te bepalen wat die joodse matrix inhoudt om vast te stellen wat dan eigenlijk toch betekenis kan hebben voor wie binnen die matrix staat. Zoals mij aangereikt door een vriend uit Israël: zonder een nieuwe wending blijft de betekenis van Jezus beperkt tot een onderdeel van de Joodse geschiedenis zonder breuk met de traditie. “We hebben dan Jezus ook niet nodig, gezien de enorme veelheid van grote Joodse geleerden uit diezelfde tijd.”

Sommigen proberen nog steeds die breuk uit te leggen met gebruik van de latere dogmatische traditie. Ik kies voor eerste visie: een tragische Joodse held wordt de kern van een eschatologische gemeenschap, die geinspireerd wordt door het idee van het komende koninkrijk ter hemelen – niet de Jezus van de dogmatiek moet centraal staan, maar zijn heldhaftige poging een goddelijke interventie uit te lokken door de voetstappen van de Messias te volgen; dat vormt de kern van het latere christendom.

 

Dit bericht is geplaatst in Jodendom, polemiek. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *