Na 55 jaar: van Post naar Kuitert

Het gebeurde waarschijnlijk in 1968. Ik was toen twaalf jaar, of misschien in 1969, toen ik dertien was. Ik weet het niet precies meer. Maar ik sprak toen al vaak met meneer Karel Post in de bijbelkiosk. Ik noemde hem Broeder Post. Hij vertelde me verhalen uit het Nieuwe Testament en sprak over de grootsheid van Jezus Christus, de Heere Jezus, zoals hij altijd zei. En ik was verkocht. Ik vond het prachtig en begreep dat ik mezelf moest bekeren.

Dus deed ik dat, netjes volgens het schema. Op mijn knieën in mijn zolderkamer vroeg ik: “Heere Jezus, als u er bent, wilt u dan ook voor mij zijn? Wilt u mij vergeven voor mijn zonden en deel laten uitmaken van de gemeente?” Zo begon het, 55 jaar geleden. Nu zit ik hier aan mijn bureau, na een carrière in de kerk, eerst bij de Doopsgezinden en later bij de Protestantse Kerk in Nederland.


Theologisch verlangen

botst met

filosofische drang naar waarheid.


De huidige plaats van de Bijbelkiosk aan het Concertgebouw plein. Ik heb nog meegemaakt dat de kiosk tegenover het Tropenmuseum stond in de Linnaeusstraat.

Nu ben ik weer lid van een Doopsgezinde gemeente in Schagen en ga ik regelmatig voor in kerken binnen het PKN-verband. Maar er is veel veranderd. Dat geloof van 55 jaar geleden is niet meer hetzelfde voor mij. Op mijn vijftiende of zestiende begon ik kritisch te kijken naar het geloof van de Vergadering van Gelovigen. Op mijn achttiende verliet ik die Vergadering.

Via een ontmoeting in Lelystad vond ik een tiental jaren later dat geloof weer terug en ging opnieuw naar de Vergadering (in Elburg). Maar weer begon ik kritisch na te denken over het geloof en ontdekte dat niet alles te handhaven viel. Naast de wens om theologisch verankerd te zijn, had ik ook een sterke drang naar waarheid en kritisch omgaan met opinies.

Mijn familie vindt het vreselijk dat ik dat geloof heb verloren. Zij hebben ook de Vergadering verlaten maar zijn in een evangelische gemeente beland, die ik ook heb verlaten. Wat gebeurt er met je als je afstand moet nemen van wat je als kind hebt geloofd? Het is moeilijk samen te vatten.

Als beginnend theoloog vond ik Kuiterts werk vreselijk, maar nu herken ik veel in wat hij zegt. Bijvoorbeeld over de strijd om de feiten: als heilsfeiten echt gebeurd zijn, dan moet alles echt gebeurd zijn, inclusief de wonderbare geboorte. Geloven betekent geloven dat het echt gebeurd is.

Ik zag Kuitert eerst als een vrijzinnige, d.w.z. eigenlijk ketterse en ongelovige theoloog.

Mensen uit de orthodoxie zeggen dat als je niet gelooft dat het echt gebeurd is, dan is de betekenis van die gebeurtenissen niet voor jou van toepassing. Kuitert verzet zich daartegen en ziet een kans om christelijk te leven zonder de dogmatische Christus te accepteren.

Er is iets raars aan de hand: historisch onderzoek heeft geleid tot grote vraagtekens bij dogma’s en tot de opvatting dat Jezus’ eigen geloof niet volledig in kerkelijke christologie aan bod komt. De historische Jezus leefde, predikte en werd gekruisigd – that’s it.

Albert Schweitzer stelde vast dat Jezus een mislukte messias was, maar daardoor ook heroïsch werd omdat hij probeerde het koninkrijk dichterbij te brengen. Anderen zoals William Wrede gingen zeggen dat Jezus gewoon een ethische leraar was.

Jezus bracht geen nieuwe godsdienst maar was een Torah-getrouwe jood met wellicht een messiaanse roeping. We hebben geen behoefte aan een mythische of dogmatische Jezus; we moeten opnieuw serieus kijken naar de historische Jezus en zijn joods-zijn serieus nemen. Maar wat houdt een dergelijk geloof dan in?

Dit bericht is geplaatst in Autobiografisch. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *