Waarom stierf Jezus?

Jezus moet zijn dood hebben voorzien, of er op zijn minst rekening mee hebben gehouden dat de dood een waarschijnlijke uitkomst van zijn missie zou zijn, enige tijd voordat hij stierf.

De vraag is, gegeven de waarschijnlijkheid dat Jezus zijn dood heeft voorzien, hoe zou hij die hebben opgevat? Zeker niet als een ramp die ten koste van alles vermeden moest worden, anders zou hij de relatieve veiligheid van Galilea, waar zijn populariteit het grootst was, niet hebben verlaten en naar Jeruzalem zijn gegaan, waar hij zichzelf in de klauwen van zijn belangrijkste tegenstanders zou hebben gebracht. In plaats daarvan moet hij zijn waarschijnlijke verwerping uiteindelijk als iets positiefs hebben gezien, door God bedoeld als onderdeel van zijn goede doel voor Israël.



Een aantal mogelijkheden kan worden uitgesloten: Een verwerping en dood begrepen in termen van de lijdende rechtvaardige, zoals in Wijsheid van Salomo 3 en 5, zou vrijwel zeker niet betekenen dat de cultus ondermijnd zou worden. Dus zou dat voor de opverpriester geen aanleiding tot razernij zijn geweest. Het is echter helemaal niet duidelijk dat Jezus zijn dood zou hebben gezien als een offer dat de offercultus overbodig maakte.

Evenzo hoeft een martelaarsdood of zelfs een offerdood, opnieuw niet te betekenen dat de offercultus ondermijnd of afgeschaft wordt. Het punt is dat Jezus zijn dood op geen enkele manier als plaatsvervangend heeft gezien. Maar wel  als noodzakelijk onderdeel van het proces waardoor het nieuwe tijdperk geboren zou worden, waardoor het koninkrijk van God zou komen.

De reden waarom Jezus ter dood werd gebracht is niet veel duidelijker. Het kan simpelweg het resultaat zijn geweest van een onnodig felle priesterlijke reactie op wat (terecht of onterecht) werd gezien als een bedreiging voor hun voorrechten en macht.

De meest waarschijnlijke historische reconstructie van de dood van Jezus is dat aan Joodse zijde de hogepriesters de belangrijkste aanstichters waren. In dat geval zien we opnieuw dat de primaire kwestie de Tempel zou zijn geweest en de uitdaging die Jezus daar tegenover geweest is – een uitdaging die in theologische termen werd opgevat, of, waarschijnlijk waarschijnlijker, in politieke termen – dat wil zeggen als een uitdaging voor de priesterlijke en voornaamste machtsbasis binnen het Jodendom van die tijd.

Jezus onderwees over het koninkrijk; hij werd terechtgesteld als would-be koning; en zijn discipelen verwachtten dat hij na zijn dood zou terugkeren om het koninkrijk te vestigen. Deze punten zijn onbetwistbaar. Bijna net zo onbetwistbaar is het feit dat de discipelen dachten dat zij een rol in het koninkrijk zouden spelen. Ik denk dat we het voor de hand liggende moeten accepteren: Jezus leerde zijn discipelen dat hijzelf de belangrijkste rol in het koninkrijk zou spelen.

De intocht werd waarschijnlijk bewust door Jezus geregeld om het komende koninkrijk en zijn eigen rol daarin te symboliseren. Dit verklaart het feit dat Jezus pas na de demonstratie tegen de tempel werd geëxecuteerd vanwege de interpretatie ervan: dat het een opzettelijk symbolische actie was, die werd uitgevoerd omdat Jezus het voor waar hield dat hij koning  zou worden – maar een nederige.Misschien gebeurde het vooral in het belang van de discipelen, of als de provocatie die op dit moment al Gods interventie zou oproepen.



De uitleg van de executie van Jezus als koning mist echter nog één belangrijk ingrediënt. We weten dat Jezus’ demonstratie tegen de tempel zijn executie verklaart, en we weten dat hij en zijn discipelen hem hoogstwaarschijnlijk privé als ‘koning’ zagen, vermoedelijk in de betekenis van ‘onderkoning’ onder God Zelf. Maar wat is het verband tussen deze twee punten? Schweitzer heeft lang geleden de weg gewezen: wat Judas verraadde was dat Jezus en zijn kleine groep hem als ‘koning’ beschouwden.

Het blijft mogelijk dat iemand bij de Intocht luid genoeg ‘zoon van David’ of ‘koning’ riep om de aandacht te trekken, en ook dat Judas alleen verraadde wáár Jezus was; maar de meer voor de hand liggende verklaring is dat Judas de pretentie van Jezus aan de overpriesters doorgaf. Het was het laatste wapen dat ze nodig hadden: een specifieke aanklacht om aan Pilatus voor te leggen, die zekerder was om een fataal effect te hebben dan de algemene aanklacht “onruststoker”. Het is evenzeer waarschijnlijk dat Jezus dit verraad van Judas ook geënsceneerd heeft, net de als de intocht, of het laatste avondmaal, omdat in de confrontatie met de overpriesters de enige kans lag om publiekelijk koning te worden. enerzijds door de mogelijke acclamatie door het volk van Jezus’ koningshap, anderzijds doordat nu de tijd was gekomen voor de goddelijke interventie waarop Jezus gerekend heeft.

Laten we de feiten bekijken die de grootste zekerheid hebben: Jezus werd door de Romeinen terechtgesteld; zijn discipelen werden niet opgepakt en terechtgesteld. Bovendien is het zeer waarschijnlijk dat hij terechtgesteld werd wegens opruiing of verraad, als would be koning. Als hij publiekelijk als koning was bejubeld bij de Intocht, zou hij waarschijnlijk eerder zijn gedood dan hij werd gedood, en degenen die hem tot koning uitriepen zouden waarschijnlijk ook zijn gedood. Elke interpretatie van Jezus’ dood moet zijn executie als would-be ‘koning der Joden’ en het overleven van zijn discipelen als een apolitieke messiaanse groep, die niet uitgeroeid en geëlimineerd werd, bijeenhouden.



De evangeliën bieden een manier om deze twee elementen van het verhaal samen te houden: Jezus werd door de Joodse autoriteiten berecht en veroordeeld wegens godslastering (Matteüs en Marcus) of hij werd door de overpriesters aan Pilatus uitgeleverd als een boosdoener volgens de Joodse wet. We moeten, denk ik, als historici de visie van de Evangeliën accepteren, tenminste in grote lijnen. Hij werd door Pilatus terechtgesteld op aandringen van het Joodse leiderschap, waaronder in ieder geval de overpriesters. Als het publieke tumult zo groot was geweest dat de Romeinen hem zonder aandringen hadden geëxecuteerd, dan hadden ze vrijwel zeker ook veel van zijn volgelingen gedood.

We kunnen niet met zekerheid weten of Jezus formeel veroordeeld is voor een misdaad volgens de Joodse wet. Het vagere verslag van Johannes lijkt beter overeen te komen met de manier waarop de dingen in werkelijkheid werkten. Er kan een hoorzitting geweest zijn voor een groep die anderen dan de overpriesters vertegenwoordigde, maar  we kunnen niet weten of dat het geval was. De situatie lijkt alleen de betrokkenheid van de priesters te vereisen, maar we kunnen de deelname van andere leiders niet met zekerheid uitsluiten. De Farizeeën kunnen niet definitief uitgesloten worden van deelname, want het blijft mogelijk (hoewel niet noodzakelijk) dat er een hoorzitting was door het Sanhedrin en dat er schriftgeleerden aanwezig waren. We moeten echter bedenken dat het moeilijk is om een substantieel conflict tussen Jezus en de Farizeeën te vinden.

In elk geval was de onmiddellijke aanleiding voor Jezus’ dood de tempelreiniging, die de leiders van het Jodendom ervan overtuigde dat deze Galileeër, die misschien al een irritante aanwezigheid was, niet nog meer problemen mocht veroorzaken.

Dit bericht is geplaatst in Jodendom. Bookmark de permalink.

Eén reactie op Waarom stierf Jezus?

  1. Piet van Weenen schreef:

    Bij de dood van Jezus scheurde het voorhangsel van boven tot beneden (/ middendoor”). In de Hebreeënbrief wordt gesproken over priester en hogepriester naar de ordening van Melchisedek (hoger dus dan de ordening van Aäron), gezeten aan de Rechterhand van God. Zie ook Psalm 110.
    Is na en naast God hoger koningsschap denkbaar?

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *