Weten waar je vandaan komt…

Er is een programma op de televisie, waarvan me nu even de naam niet te binnen wil schieten, waar mensen op zoek gaan naar hun echte vader of hun echte moeder. Want “je wilt weten op wie je lijkt,” en je wilt de geschiedenis kennen waaruit je bent voortgekomen. Misschien maakt het voor jou zelf niet eens wat uit of je ouders je biologische ouders zijn of dat je geadopteerd bent. Maar je leeft niet alleen. Hoe mensen tegen jou aankijken, of ze je zien als buitenechtelijk kind, of als geadopteerd, of als verwekt in overspel of verkrachting, hoort ook tot je identiteit. De vraag “wie ben ik” kun je niet in vanuit jezelf  beantwoorden.

Dat wordt helemaal belangrijk als je biologische ouders ook je religieuze status bepalen. In de eerste eeuw was het noodzakelijk om te kunnen bewijzen dat zowel je moeder als je vader volledig joods waren. En het moest onbetwijfeld zijn dat je verwekt was in de periode van het huwelijk. Niet daarvoor. Als je aan die eisen niet kon voldoen, werd je door sommigen beschouwd als een mamzer, een bastaard of buitenechtelijk kind. Moeder onbekend. Vondeling. Het kwam vaker voor dat de moeder wel bekend was, maar de vader onbekend. In dat geval stond iemand bekend als een sjetoechi. Een kind van een prostituee bijvoorbeeld.

Jezus werd door sommigen blijkbaar gezien als een dergelijke sjetoechi. Zo lezen we immers in Johannes 8:41, “Zij zeiden dan tot Hem: Wij zijn niet geboren uit hoererij; wij hebben een Vader: God.” Dat zou je kunnen opvatten als een verwijzing naar de biologische identiteit van Jezus: vader onbekend. Je ziet meteen hoe biologische en religieuze identiteit met elkaar samenhangen. Want wat zeggen ze hier eigenlijk? “Wij kunnen bewijzen dat we een joodse vader en een joodse moeder hebben, wij zijn geboren uit een rechtmatig joods huwelijk, en daarom mogen wij claimen dat God onze Vader is, en jij, sjetoechi, kunt dat niet.”

Jezus is niet door iedereen zo beschouwd, want hij wordt ook gewoon de zoon van Jozef genoemd. Daar staat tegenover dat het gerucht kan hebben bestaan, dat hij niet in de periode van het huwelijk verwekt was. Jozef trouwt immers met een zwangere Maria. Sommigen zullen hem dan ook als een mamzer hebben gezien, ondanks het feit dat de moeder wel bekend was. Een kind uit overspel of verkrachting werd door anderen eveneens gezien als een bastaard. Verschillende joodse geleerden uit de eerste eeuw hebben daar steeds weer andere definities voor gebruikt. In ieder geval moet Jezus vanaf zijn geboorte door sommige mensen zijn geminacht vanwege deze status. En dat niet alleen, een bastaard werd ook geweerd uit de gemeenschap. Deuteronomium 23:2 zegt, “Een bastaard mag niet in de gemeente van de Heere komen; zelfs zijn nakomelingen van de tiende generatie mogen niet in de gemeente van de Here komen.”

Er is een interessante interpretatie van Psalm 51:7 die hier mee te maken heeft. David zegt in deze psalm over zichzelf “Zie, ik ben in ongerechtigheid geboren, in zonde heeft mijn moeder mij ontvangen.” Over het algemeen wordt bij dit vers gedacht aan de erfzonde. Psalm 58:4 lijkt te spreken over een misdadige aanleg: “De goddelozen zijn van God vervreemd vanaf de baarmoeder; de leugenaars dwalen vanaf de moederschoot.” Zonde is dan als een genetische aanleg, die aan jou wordt meegegeven door je ouders en die jouw bestaan bepaalt vanaf het begin.

Maar stel nu eens dat de tekst van Psalm 51 niet duidt op zoiets als de erfzonde, maar op de status van mamzer? Stel nu eens dat woorden die wij gewend zijn om op te vatten als dichterlijk geformuleerde algemene waarheden, een historische en specifieke achtergrond hebben? Wat kunnen we dan denken bij het lezen van Psalm 69:9? “Een vreemdeling ben ik geworden voor mijn broeders, een onbekende voor de kinderen van mijn moeder.” In de context gelezen heeft dat iets te maken met “de ijver voor Uw huis” van vers 10. Zou het ook een aanwijzing kunnen zijn dat David door zijn familie als een buitenbeentje werd gezien, wellicht omdat hij een kind was uit overspel – en daarom al schuldig toen hij geboren werd, al zondig toen zijn moeder hem ontving?

Hoe zit het dan met Jezus? Johannes 7:5 meldt ons in ieder geval, dat Zijn broers niet in Hem geloofden. Zoals Psalm 69 meldt dat David een vreemdeling was voor zijn broers. Vreemdeling is de vertaling van het Hebreeuwse muzar, een woord dat verwant is aan mamzer, dat bastaard betekent. (Niet te verwarren met moesar dat een morele preek aanduidt.)

David en Jezus als bastaard? David en Jezus als onwettige kinderen die ondanks die status toch koning of rechter moge zijn volgens de Joodse wet? In ieder geval was er vanaf het begin twijfel aan de herkomst van Jezus, een twijfel die in de tijd van de Talmoed soms tot de rechtstreekse beschuldiging geleid heeft, dat Maria overspel gepleegd had in de tijd van haar verloving, of wellicht dat Jezus een kind was van een Romeinse soldaat. Dat Jezus als de uitgestotene, net als David, zoon van God was, maakte duidelijk hoe weinig respect de Here God heeft voor onze menselijke instellingen. Maar vooral: dat Hij het is die bepaalt wie je bent.

Gebaseerd op “Jezus, een onwettige zoon”, uit: De Joodse Jezus, van Gertruud Bakker.

Dit bericht is geplaatst in MEDITATIES, Meditaties (2). Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *