Wat kunnen we als christenen leren van Rosh Hashanah, het joodse nieuwjaar? De eerste en de tweede dag van het joodse jaar wordt Rosh Hashanah gevierd. Dit jaar begint het bij zonsondergang op woensdag 2 oktober en gaat door tot de avond van vrijdag 4 oktober. Het is de dag waarop God Adam en Eva schiep en het begin van het joodse jaar.
Het eerste dat opvalt bij de viering van Rosh Hashanah zijn de tora-lezingen. Op de eerste dag wordt gelezen over de geboorte van Isaac en de verbanning van Hagar en Ismael, uit Genesis 21. Deze lezing wordt gevolgd door een lezing uit de profeten, de haftara, namelijk 1 Samuel 1 en 2 tot vers 10, over de geboorte van Samuel de profeet. Een gemeenschappelijk thema in deze lezingen is dat gebeden voor kinderen worden verhoord en dat beide geboorten plaatsvinden op Rosh Hashanah.
De tweede ochtend van Rosh Hashanah wordt het bijna-offer van Isaac gelezen. Dit toont Abrahams toewijding aan God, een kenmerk dat zijn kinderen vanaf dat moment hebben gedragen. En dan is er natuurlijk het blazen van de shofar, een ramshoorn die herinnert aan de ram die in plaats van Isaac werd geofferd. De profetenlezing van de tweede dag gaat over Gods eeuwige liefde voor zijn volk, zoals beschreven in Jeremiah 31.
Rosh Hashanah markeert het begin van de hoge feestdagen, ook wel jamim noraim genoemd, met een week later Jom Kippoer, de grote verzoendag. Dan komen joden samen in de synagoge om 25 uur lang te vasten, te bidden en inspiratie op te doen. Er zitten tien dagen tussen deze feestdagen, bekend als de tien dagen van Berouw ofwel de tien dagen van de ommekeer. Na Yom Kippur volgen vreugdevolle feestdagen zoals Sukkot en Simchat Torah.
De shofar is eigenlijk het belangrijkste element van Rosh Hashanah; het symboliseert vernieuwing door ommekeer naar God. De shofar overstijgt in een bepaalde zin alle geboden, maar mitzwot (geboden) zijn het allerhoogste omdat ze verbonden zijn met Gods essentie. Wanneer je een mitzwa doet, brengt dat je dicht bij God zelf.
Maimonides schreef dat het blazen van de shofar een onverklaarbaar voorschrift is uit de tora (gezerat hakatoev), maar toch heeft het betekenis: het roept op om wakker te worden uit je sluimering, je daden te onderzoeken en terug te keren naar God (teshuvah). Teshuvah betekent letterlijk terugkeer of ommekeer en komt voort uit het Hebreeuwse woord shuv, wat verzoening betekent.
English version:
Teshuvah is een proces van transformatie; een verlaten van het ene pad en een begin maken op een ander pad. Soms gebeurt deze transformatie ogenblikkelijk, maar meestal is het een moeizaam proces waarbij men stap voor stap werkt aan heroriëntatie en verzoening.
Rosh Hashanah benadrukt dat we voortdurend moeten werken aan onze relatie met God. Elke dag moeten we onszelf zien alsof we vandaag Egypte hebben verlaten; dit geldt vooral tijdens Pesach. Het lezen van de Bijbel en naleven van geboden betekent niet automatisch dat iemand zich bewust verbonden voelt met God.
De viering van Rosh Hashanah leert ons als christenen veel over spirituele vernieuwing en toewijding aan God. Het herinnert ons aan onze eigen momenten in kerkgeschiedenis waarin berouw en verzoening centraal stonden, zoals in het werk van Menno Simons, die sprak over berouw, zondebesef en dankbaarheid voor vergeving. Zijn gedachten hierover staan dicht bij de kernideeën van Rosh Hashanah.