Volg Mij na!

Over de navolging van Jezus heeft iedereen weleens gehoord. We menen wel te weten wat dat betekent: dat wij ervoor kiezen om Hem als ons voorbeeld te nemen, Hem na te doen, bij voorbeeld wanneer we lezen in het Nieuwe Testament dat de Heer Jezus zieken geneest en zich nederig opstelt. Dan willen we dat ook gaan doen, want dat is dan de manier waarop we ons als Christenen kunnen waarmaken. Als we zo denken, dan lijken we op de man waarover het evangelie vandaag ons vertelt, dat hij uit eigener beweging de Heer Jezus opzoekt en tegen Hem zegt: “Heer, ik wil U wel volgen, waar u ook heengaat.” Nu, dat is toch een mooi en vroom woord, daar zal de Heer Jezus blij mee zijn, dat er nu eindelijk iemand is die Hem wil navolgen. Hij heeft net meegemaakt dat de Samaritanen Hem verworpen hebben. Dat lezen we in de vezen 51 tot 56 hiervoor. Dan komt deze man toch als geroepen? Wat prachtig is dat toch, dat iemand de Heer Jezus wil navolgen?

Maar tot onze verbijstering is het antwoord van de Heer afwijzend: de Zoon des mensen heeft geen enkele plek waar Hij zijn hoofd kan neerleggen. En blijkbaar is dat woord precies raak, want we horen niets meer van deze man. Dit is blijkbaar wat Hij wilde: bij de Heer Jezus een veilige plek vinden, om rust te kunnen krijgen, een plek om te wonen. Zelfs vossen en vogels die toch voortdurend in beweging zijn hebben nog weleens een rustplek: vogels maken nesten en vossen graven holen. Maar met de Zoon des mensen is het anders gesteld. Geen rust is er te vinden. Zijn missie drijft Hem voort. En blijkbaar was dat niet de bedoeling van deze man die zo graag een navolger wilde zijn.

Er is nog iets anders met hem aan de hand. Hij benadert de Heer Jezus net zoals alle andere leerlingen van rabbijnen in die tijd. Je werd geacht aan de leraar te vragen of je hem mocht navolgen. Maar de Heer Jezus is niet zoals alle andere leraren. De navolging is geen vrije keuze van iemand. Als het wel een vrije keuze was, dan zou je ook voorwaarden kunnen stellen, kunnen onderhandelen over wat wel en niet mogelijk is. Je kunt zeggen dat je iemand wilt navolgen tot op zekere hoogte, of alleen in de zomer, als je toch geen werk hebt, of alleen in je vrije tijd. Of misschien zelfs alleen maar op zondag in de kerk. Maar het is geen vrije keuze. De navolging is een gebod van de Heer zelf. Hij roept iemand op Hem na te volgen.

Dat gebeurt dan ook met de tweede man in het voorbeeld. De Heer zegt tegen hem: Volg Mij na. En dan zegt die man, ‘wel, dat is een goed idee, dat doe ik graag, maar ik heb op dit moment net even geen tijd, want mijn vader is net overleden en ik moet nu de begrafenis gaan voorbereiden, maar als dat klaar is kom ik meteen weer bij je terug.’

Dan denk je toch bij jezelf: wat prachtig. Iemand die de Heer Jezus wil navolgen. Daar zal de Heer toch blij mee zijn. En het is toch begrijpelijk dat hij eerst zijn vader moet gaan begraven. Dat is familieplicht, heel vanzelfsprekend. En dat duurt ook geen weken, maar hooguit een dag en dan is die man toch bereid om de Heer na te volgen.

Maar tot mijn en ieders verbazing is opnieuw het woord van de Heer afwijzend. Laat de doden hun doden maar begraven, dat kun je best aan iemand anders overlaten, want er is dat veel dringender is dan deze vrome verplichting. En dat is het verkondigen van het Koninkrijk. Wat doet de dood er nog toe? Nu het Koninkrijk van het eeuwige leven zo nabij is gekomen?

En dan is er nog die derde man, evenzeer verbazend, die ook positief antwoord geeft op de oproep van de Heer om Hem na te volgen. “Ja, ik wil u volgen, maar ik moet wel eerst even thuis laten weten dat ik nu met u meetrek, anders maken ze zich ongerust en ik wil niet dat ze over mij bezorgd zijn. “Sta me toe dat ik eerst afscheid neem van hen die in mijn huis zijn.” En opnieuw is het antwoord van de Heer Jezus afwijzend. Kijk eens, als je aan het ploegen bent, dan kijk je toch niet achterom, dan kijk je alleen nog maar vooruit, naar het ongeploegde land dat voor je ligt. Als je omkijkt dan kom je tot stilstand, dan beweeg je niet meer.

Wie geschokt is door deze woorden van de Heer Jezus moet beseffen dat Hij onderweg is; Hij is op reis, onderweg naar Jeruzalem waar door Zijn kruisdood heen het Koninkrijk van God beginnen zal. Vanwege dat reisdoel wordt al het andere onbelangrijk. Wat kan het er nog toe doen, dat je de doden moet begraven, als het Koninkrijk op het punt staat aan te breken, waarin iedereen weer zal herleven? Nu het Rijk van het Volmaakte Leven op het punt staat aan te breken, moet je niet langer met de dood bezig zijn.

Wat kan het er nog toe doen, dat je met je familie moet rekening houden, nu het Koninkrijk op het punt staat aan te breken. De verkondiging van het Koninkrijk is immers de beste manier om voor je familie te zorgen. Je mag niet achteruit kijken, maar je moet vooruitkijken. Juist als het land geschikt moet worden gemaakt voor de toekomst van het Koninkrijk, moet je het verleden vergeten, de oude bindingen vallen weg, alle vanzelfsprekendheden en tradities waaraan je zou willen vasthouden moet je opgeven. Niet achteruit kijken!

Een algemene regel over hoe je Jezus moet navolgen staat hier natuurlijk niet. Je kunt niet het bevel dat aan deze mensen specifiek gericht is op ons zelf gaan toepassen. Waar het om gaat is het karakter van de reis van Jezus en op welke manier Hij reisgenoten naar zich toetrekt.  En op welke manier we nu met Hem onderweg kunnen zijn.

In de eerste plaats: een ieder van ons wordt door de Heer Jezus persoonlijk geroepen. Niemand kan van een ander weten op welke manier en hoe dat gebeurd is. Niemand kan dat van een ander beoordelen. We kunnen onze reisgenoten niet ondervragen over waarom ze aan hun reis begonnen en met welke redenen, maar mogen gerust zijn in de gedachte dat een ieder van ons persoonlijk en op een bijzondere wijze door de Heer geroepen is.

In de tweede plaats, voor ons allemaal is de oproep om de Heer Jezus na te volgen een gebod, een beschikking van de Koning kun je zeggen, die je niet kunt en mag negeren. Het is geen zaak van persoonlijke vrijheid, of van een hoogst persoonlijke levenskeuze, van een privé beslissing om het nu maar eens met het Christelijk geloof te proberen. En als dat niet werkt kunnen we altijd nog Boeddhist, Ietsist of humanist worden. Niemand kiest voor de Heer, maar de Heer kiest voor hem of haar. Hij is immers de Heer. Zou ik Hem kiezen, dan ben ik eerder een cliënt, of een vriend, of een bewonderaar. Maar dat is niet de navolging van Jezus als Heer!

In de derde plaats, door de navolging ontstaat een hoogst persoonlijke band met de Heer Jezus. De navolging geldt immers niet een moreel systeem, of een ideologie, of een instituut – nee, zelfs niet het instituut van de kerk – maar de Heer zelf en de Heer alleen.

In de vierde plaats: de navolging betekent een wending in het leven, voortaan niet meer voor jezelf te leven, vanuit eigen ideeën, eigen belangen, eigen gevoelens, maar Hem na te volgen, Hem voor ogen te houden, Hem te vereren en te dienen. Dat wordt de invulling van het persoonlijke leven. Zelfs te midden van onze eigen zorgen over het eigen leven, is dit de kern van ons bestaan. Soms in alle zwakte lijkt het in de marge te staan, en soms is het heel sterk en kun je je er niet aan onttrekken, maar realiteit is het altijd.

In de vijfde plaats is het een breuk met de machten die ons leven lijken te beheersen. De macht van het bezit voor de rijke jongeling, de eer en het belang van de familie, de zorg om het algemeen wezen en de staat, maar ook – en dat wilde ik vooral weer even noemen – de zorg om de religie, om de vroomheid, om de kerk ook. We kunnen ons vreselijk druk maken omd e kerk en haar voortbestaan, maar als we vergeten waarom die kerk er is, en waarom we gemeente zijn, dan werken we aan een afgodsbeeld. Die kerk is ‘van de Heer Jezus’ zelf – dat wil zeggen dat als Zijn naam er niet
wordt groot gemaakt, als Hij er niet het middelpunt en centrum van is, als het daarbij toch weer uitsluitend en vooral om ons gaat draaien, als het in de kerk moet gaan over onze belangen, onze zorgen, onze behoeften, onze troost – dan is die kerk vergeefs, dan is het een afgod die concurreert met Christus.

Leven in de navolging van de Heer Jezus betekent met Hem meetrekken in zijn vernedering, zijn kruisdood, maar dan ook met Hem leven in de eeuwigheid, samen met Hem de lofzang zingen waarin God alle eer krijgt.

Het enige wat nodig is, van onze kant, is de eerste stap te zetten zodat we op de weg van de navolging komen te staan. Vervolgens zal die weg ons voorttrekken, onze voeten richting geven, en zo gaan we dan samen met Hem onderweg naar Jeruzalem. De eerste stap, in de navolging, hier en nu wordt dat van ons gevraagd. En natuurlijk, als we die stap eenmaal gezet hebben en terugkijken, dan zien we dat Hij het was die ons naar zich toetrok. Wie die eerste stap niet zet, heeft zich onbeweeglijk en star tegenover de Heer geplaatst.

Vader in de hemel, help ons uw stem te horen en de eerste stap te zetten om de Heer Jezus na te volgen. Maak ons bereid alles achter ons te laten wat ons hindert daarbij, U weet wat in ons hart is en wat voor ons een obstakel is. Neem het dan weg, Heere, en laat ons Hem zien, die zich voor ons gegeven heeft en die ons liefheeft.

AMEN

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, PREKEN. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *