BBerachot 8a
1
״עַל זֹאת יִתְפַּלֵּל כָּל חָסִיד אֵלֶיךָ לְעֵת מְצֹא״, אָמַר רַבִּי חֲנִינָא
״לְעֵת מְצֹא״ זוֹ אִשָּׁה, שֶׁנֶּאֱמַר: ״מָצָא אִשָּׁה מָצָא טוֹב״.
“Daarom zal een ieder die godvruchtig is tot U bidden in de tijd van het vinden” (Ps. 32:6). R. Hannina zei: “In de tijd van het vinden” verwijst naar [de keuze van] een vrouw ; zoals er gezegd wordt: ‘Wie een vrouw vindt, vindt een groot goed’ (Spr. 18:22).
Er was een gewoonte in Israël dat een man een vrouw zou trouwen en hem dan gevraagd werd of hij haar matzah of motzeh had gevonden. Matzah betekent dat hij een goede vrouw heeft gevonden. (Wie een vrouw vindt – matzah= , vindt een groot goed.) Maar motzeh betekent iets bitterder dan de dood, namelijk een slechte vrouw. Dit komt uit Spreuken ergens. (Ik heb iets gevonden dat bitterder is dan de doo…) Een matzah is dus een goede vrouw en een motzeh een slechte vrouw met een bitter huwelijk.
In het Jodendom wordt het vinden van een goede vrouw beschouwd als een hoeksteen van een vervullend en zinvol leven. De Tora benadrukt het belang van kameraadschap, zoals blijkt uit Genesis 2:18, waar God verklaart: “Het is niet goed voor de mens om alleen te zijn,” en een partner schept om een èzer k’nègdo te zijn – een “helper tegenover hem.” Deze uitdrukking weerspiegelt het idee van een echtgenoot als zowel een ondersteunende partner als een tegenhanger die iemands groei uitdaagt en aanvult.
In het Jodendom wordt het vinden van een goede echtgenote gezien als een van de meest essentiële en heilige stappen in het leven. Het huwelijk is veel meer dan een persoonlijke keuze; het wordt beschouwd als een spiritueel partnerschap waarin beide partners samenwerken om een huis te bouwen dat is gewijd aan Joodse waarden en tradities. Zo’n huis, bekend als een bayit ne’eman b’Yisrael (een trouw huis in Israël), wordt een ruimte van heiligheid, waarin het vervullen van de geboden (mitzvot) centraal staat.
Daarnaast speelt het huwelijk een cruciale rol in het waarborgen van de continuïteit van de Joodse tradities. Door kinderen op te voeden in een omgeving die rijk is aan geloof en waarden, dragen ouders bij aan het doorgeven van de erfenis van het Joodse volk aan de volgende generatie. Dit aspect van het huwelijk benadrukt niet alleen persoonlijke betrokkenheid, maar ook het belang van het gezin als fundament van de gemeenschap.
Een goede echtgenote wordt vaak beschreven als een bron van kracht en inspiratie. In Spreuken 31 wordt ze geprezen om haar wijsheid, vriendelijkheid en kracht, eigenschappen die niet alleen haar man ondersteunen, maar ook bijdragen aan de harmonie binnen het gezin. Door deze emotionele en morele steun wordt de man aangemoedigd om te groeien en zijn eigen potentieel te realiseren.
Het huwelijk wordt verder gezien als een gelegenheid voor persoonlijke groei. De relatie tussen man en vrouw is een microkosmos van de relatie tussen de mens en God. Door het huwelijk leren individuen belangrijke eigenschappen zoals nederigheid, geduld en onbaatzuchtigheid. Het is niet alleen een partnerschap in het leven, maar ook een spiegel voor spirituele ontwikkeling en het begrijpen van hogere waarden.
De Talmoed benadrukt dat een goede vrouw een zegen van God is. Haar aanwezigheid brengt vrede en voorspoed in het huishouden, waardoor het gezin een plek wordt van troost en vreugde. Dit idee benadrukt de heilige aard van het huwelijk en toont aan dat het kiezen van een echtgenote een daad is die diepe spirituele implicaties heeft.
Het vinden van een goede echtgenote in het Jodendom is niet slechts een pragmatische keuze, maar een gelegenheid om een levenslange reis van gedeelde spirituele, emotionele en morele groei te beginnen. Het huwelijk wordt gezien als een pijler waarop het individu, het gezin en de bredere Joodse gemeenschap worden gebouwd. Hierdoor krijgt het een onmiskenbare en blijvende waarde in het Joodse leven.
2
רַבִּי נָתָן אוֹמֵר: ״לְעֵת מְצֹא״ — זוֹ תּוֹרָה, שֶׁנֶּאֱמַר: ״כִּי מֹצְאִי מָצָא חַיִּים״ וְגוֹ׳.
R. Nathan zei: “In de tijd van het vinden” verwijst naar Tora; zoals er gezegd wordt: “Want wie mij vindt, vindt het leven en verkrijgt de gunst van de Heer” (Spr. 8:35).
De tweede metzo verwijst naar de studie van de Torah. Wie mij vindt, vindt leven, zegt Spreuken 8 vers 35, en dit slaat op de Torah.
In het Jodendom wordt de studie van de Torah beschouwd als een van de meest centrale en heilige activiteiten. Het is niet slechts een intellectuele bezigheid, maar een levenslange verplichting die een bron van spirituele, intellectuele en ethische groei biedt. Door zich te verdiepen in de Torah, bouwen mensen aan een diepere verbinding met God. De teksten worden gezien als het directe woord van God en een openbaring van Zijn wil. Het proces van studie stelt iemand in staat om niet alleen Zijn geboden te begrijpen, maar ook de achterliggende intenties ervan te doorgronden, waardoor de relatie tussen mens en het goddelijke wordt versterkt.
De Torah biedt een oneindige bron van wijsheid die voortdurend opnieuw kan worden ontdekt en geïnterpreteerd. Leren wordt in het Jodendom gezien als een reis die nooit eindigt. Zelfs de meest geleerde rabbijnen blijven zich hun hele leven wijden aan de studie van de Torah, steeds nieuwe inzichten vindend in teksten die al generaties lang worden bestudeerd. Naast deze intellectuele verdieping biedt de Torah ook praktische richtlijnen. Het inspireert mensen om een ethisch en rechtvaardig leven te leiden door gedrag en keuzes te baseren op morele principes en spirituele waarden.
De studie van de Torah speelt een belangrijke rol in het versterken van gemeenschappen en het doorgeven van tradities. Vaak vindt deze plaats in een beit midrash, een leerhuis waar mensen samenkomen om te discussiëren, samen te leren en van elkaar te leren. Deze praktijk bevordert samenwerking, versterkt onderlinge banden en garandeert dat de geschiedenis en tradities van het Joodse volk worden doorgegeven aan toekomstige generaties.
De Torah wordt vaak beschreven als een “boom des levens” (etz chaim), een symbool dat de spirituele voeding en inspiratie benadrukt die het biedt. Het verdiepen in deze teksten wordt beschouwd als een heilige daad die niet alleen de kennis verrijkt, maar ook de ziel verheft. Bovendien helpt het de leer om wetten en voorschriften, zoals de sabbatsregels, kashrut (dieetwetten) en principes van sociale rechtvaardigheid, in het dagelijks leven toe te passen. Hierdoor wordt de Torah niet slechts een tekst die bestudeerd wordt, maar een leidraad die het dagelijks leven vormgeeft.
Samengevat is de studie van de Torah een kernpraktijk in het Jodendom die intellect, spiritualiteit en gemeenschap samenbrengt. Het vormt het hart van het Joodse leven, waarbij de voortdurende interactie met de teksten een brug slaat tussen het aardse en het goddelijke, tussen traditie en persoonlijke groei.
3
רַב נַחְמָן בַּר יִצְחָק אָמַר — ״לְעֵת מְצֹא״ זוֹ מִיתָה, שֶׁנֶּאֱמַר: ״לַמָּוֶת תּוֹצָאוֹת״.
Rab Nahman b. Isaac zei: “In de tijd van het vinden [meso’]” verwijst naar de dood ; zoals er gezegd wordt: “De kwesties [tosa’ot] van de dood” (Ps. 18:21).
De derde crisis is het zoeken naar een makkelijke dood. De Heer heeft vele wegen naar de dood, zegt Psalm 68 vers 21. In de Gemara volgt dan een lange verhandeling over de verschillende manieren waarop iemand kan sterven.
In het Jodendom wordt de dood gezien als een natuurlijk onderdeel van het leven, een overgang die zowel een spirituele als een rituele dimensie heeft. Deze visie is diep geworteld in de religieuze en culturele tradities van het Joodse volk, en biedt zowel troost als richtlijnen voor het omgaan met verlies.
De dood wordt niet beschouwd als een einde, maar eerder als een overgang naar een andere fase, waarbij de ziel terugkeert naar God. Een veelgehoorde uitdrukking in Joodse gebeden is: “Moge de ziel gebundeld worden in de bundel van het leven,” wat het geloof in een voortbestaan van de ziel symboliseert. Hoewel er geen gedetailleerde speculatie is over het hiernamaals, ligt de nadruk op het leven en het vervullen van Gods geboden. Het leven op aarde wordt gezien als een kans om betekenisvolle daden te verrichten en een blijvende impact te maken.
Wanneer iemand sterft, spelen rituelen een essentiële rol. Het reciteren van gebeden zoals de Sjema Jisrael (“Hoor Israël, de Heer is onze God, de Heer is één”) vlak voor het overlijden, vormt een spiritueel moment van verbondenheid en rust. De begrafenis volgt vaak snel, meestal binnen 24 uur, als een manier om de overledene met respect en waardigheid te behandelen. Het lichaam wordt gereinigd en eenvoudig begraven, vaak zonder kist, wat de eenvoud en de gelijkheid van alle mensen benadrukt in hun laatste rustplaats.
Na de begrafenis begint een periode van rouw, bekend als de sjiewa, waarin nabestaanden samenkomen om te reflecteren en getroost te worden door familie en gemeenschap. Deze collectieve rouw biedt emotionele steun en versterkt de sociale banden binnen de Joodse gemeenschap. Het rouwen gaat verder in afgebakende perioden, zoals de shloshim (30 dagen) en het jaarlijkse gedenken tijdens de Jartzeit, waarbij de herinnering aan de overledene levend wordt gehouden.
De Joodse benadering van de dood benadrukt respect, ritueel, en spirituele reflectie. Het nodigt uit tot een bewuste voorbereiding en laat zien dat de dood, hoewel verdrietig, ook een moment is van verbinding en betekenis. Het herinnert ons eraan dat het leven vergankelijk is, maar tegelijkertijd een geschenk dat gekoesterd moet worden.
Door deze tradities wordt de dood niet alleen benaderd met verdriet, maar ook met eerbied en een diep begrip van het grotere geheel van leven en sterven.
4
רַבִּי יוֹחָנָן אָמַר: ״לְעֵת מְצֹא״ — זוֹ קְבוּרָה. אָמַר רַבִּי חֲנִינָא, מַאי קְרָא ״הַשְּׂמֵחִים אֱלֵי גִיל יָשִׂישׂוּ כִּי יִמְצְאוּ קָבֶר״. אָמַר רַבָּה בַּר רַב שֵׁילָא, הַיְינוּ דְּאָמְרִי אִינָשֵׁי: לִיבְעֵי אִינָשׁ רַחֲמֵי אֲפִילּוּ עַד זִיבּוּלָא בָּתְרָיְיתָא שְׁלָמָא.
R. Johanan zei: “In de tijd van het vinden” verwijst naar een begrafenis. R. Hannina zei: Wat is de Schriftuurlijke autoriteit hiervoor? “Die zich verheugen tot verrukking en blij zijn, wanneer zij het graf kunnen vinden” (Job iii. 22). Rabbah b. Rab Shela zei: Vandaar het populaire gezegde: “Laat een man bidden voor vrede, zelfs tot de laatste schep aarde.”
Dan de vierde. Het vierde vinden slaat op een goede begrafenis. Het gaat om een gebed dat je begraven zult worden dichtbij de tijd van je dood. Dus voordat je dood bent, “zij die zich verheugen in goed geluk zijn verheugd als ze het graf vinden,” staat er in Job 3 vers 21. Je kunt het ook zo lezen, zegt de Gemara: iemand moet bidden voor goddelijke genade al zijn dagen, zelfs op de dag van zijn begrafenis, totdat de laatste schep aarde op zijn graf wordt gegooid – zolang hij dus na zijn dood nog enigszins met de aarde verbonden is – zodat hij vrede zou hebben.
In het Jodendom wordt de begrafenis gezien als een heilige en respectvolle handeling, diep geworteld in traditie en spiritualiteit. Het moment van overlijden markeert niet alleen het einde van een leven, maar ook het begin van een reeks rituelen die de overledene begeleiden naar de volgende fase. Deze rituelen weerspiegelen de kernwaarden van het Jodendom: respect voor het leven, eerbied voor de doden en de verbondenheid tussen de gemeenschap en de overledene.
Wanneer iemand sterft, wordt het lichaam met de grootste zorg behandeld. Het wordt ritueel gereinigd in een proces dat bekendstaat als tahara. Dit wordt uitgevoerd in stilte en met respect, waarbij mannen mannen reinigen en vrouwen vrouwen. Het lichaam wordt vervolgens gekleed in eenvoudige linnen doodskleding, een symbool van gelijkheid in de dood, ongeacht sociale status of rijkdom. Deze eenvoud benadrukt de Joodse overtuiging dat iedereen gelijk is voor God.
De begrafenis zelf vindt zo snel mogelijk plaats, vaak binnen 24 uur na het overlijden, tenzij wettelijke of praktische beperkingen dit verhinderen. Dit snelle proces weerspiegelt de Joodse nadruk op het respecteren van het lichaam en het vermijden van onnodige vertraging. Tijdens de begrafenis wordt de overledene vaak begraven zonder kist, afhankelijk van de lokale wetgeving, zodat het lichaam direct kan terugkeren naar de aarde, zoals in de Bijbel wordt beschreven: “De stof keert terug naar de aarde, waaruit ze ontstaan is; de ziel echter keert terug tot God, die haar gegeven heeft.”
De rouwperiode die volgt, bekend als sjiewa, is een tijd van intense reflectie en gemeenschap. Gedurende zeven dagen blijven de nabestaanden thuis, waar vrienden en familie hen bezoeken om troost te bieden. Deze periode is niet alleen bedoeld om het verdriet te verwerken, maar ook om de herinnering aan de overledene levend te houden. Na de sjiewa volgen verdere rouwfasen, zoals de shloshim (de eerste dertig dagen) en de jaarlijkse herdenking, de jartzeit, waarin de overledene wordt geëerd.
De Joodse benadering van de begrafenis en rouw is doordrenkt van spiritualiteit en traditie. Het biedt een gestructureerde manier om verlies te verwerken, terwijl het tegelijkertijd de overledene met waardigheid en eerbied behandelt.
5
מָר זוּטְרָא אָמַר: ״לְעֵת מְצֹא״ — זֶה בֵּית הַכִּסֵּא. אָמְרִי בְּמַעְרְבָא: הָא דְּמָר זוּטְרָא עֲדִיפָא מִכֻּלְּהוּ.
Mar Zotra zei: “In de tijd van het vinden” verwijst naar een privaat. In het Westen (Israël) zeiden ze dat de interpretatie van Mar Zotra de beste van allemaal was.
De meest opzienbarende is de vijfde. Amar Zutra heeft gezegd dat je moet bidden in de tijd van het vinden. Maar wat is dan het vinden? Het vinden van een plaats waar een toilet in de buurt is.
In het Jodendom zijn er specifieke opvattingen en regels met betrekking tot het bezoeken van het toilet, een plaats die in de traditie wordt aangeduid als beit kise. Hoewel dit onderwerp op het eerste gezicht misschien alledaags lijkt, wordt het in de Joodse traditie benaderd met een combinatie van praktische en spirituele overwegingen. Het benadrukt de alomvattende aard van de halacha, de Joodse wet, die zelfs de meest basale aspecten van het leven omvat.
Het bezoeken van het toilet wordt gezien als een daad die, ondanks zijn aard, met respect en bewustzijn moet worden uitgevoerd. In de Joodse traditie wordt het lichaam beschouwd als een geschenk van God, en het onderhouden ervan, inclusief het omgaan met natuurlijke functies, is een manier om dankbaarheid te tonen. Dit respect komt tot uiting in de zegen die wordt uitgesproken na het verlaten van het toilet, bekend als de Asher Yatzar. Deze zegen erkent de wonderlijke werking van het menselijk lichaam en dankt God voor het feit dat de fysieke systemen goed functioneren. Het reciteren van deze zegen herinnert de persoon eraan dat zelfs de meest alledaagse handelingen een spirituele dimensie hebben.
Daarnaast zijn er praktische richtlijnen die voortkomen uit de halacha. Het toilet wordt beschouwd als een plaats waar reinheid en privacy belangrijk zijn. Traditioneel wordt er bijvoorbeeld geen gebed of studie van heilige teksten uitgevoerd in de nabijheid van een toilet, omdat deze ruimte niet geschikt wordt geacht voor spirituele activiteiten. Dit weerspiegelt het respect voor de heiligheid van gebeden en teksten, die niet vermengd mogen worden met plaatsen die als onrein worden beschouwd.
Historisch gezien waren toiletten in de tijd van de rabbijnen vaak eenvoudige structuren buiten de woonruimte. Dit bracht specifieke uitdagingen met zich mee, zoals het waarborgen van privacy en hygiëne. De rabbijnen besteedden aandacht aan deze aspecten en ontwikkelden richtlijnen om ervoor te zorgen dat het gebruik van het toilet op een respectvolle en praktische manier gebeurde.
De benadering van het toilet in het Jodendom laat zien hoe de traditie zelfs de meest alledaagse aspecten van het leven doordrenkt met betekenis en respect. Het herinnert ons eraan dat elke handeling, hoe gewoon ook, een gelegenheid kan zijn om bewustzijn en dankbaarheid te cultiveren. Deze integratie van het fysieke en het spirituele is een kenmerk van de Joodse levenswijze, waarin geen enkel aspect van het leven losstaat van de verbinding met het goddelijke.
Alle vijf deze meningen gaan over kritieke periodes in je leven wanneer je echt Gods onmiddellijke hulp nodig hebt:
1. Als je een goede vrouw moet vinden, volgens Rabbi Chanina.
2. Zo vaak als je de Torah gaat studeren zodat je je helemaal kunt concentreren op de studie, volgens Rabbi Natan.
3. De laatste momenten dat je levend bent als je een goede dood zoekt, volgens Rav Nachman Bar Yitzchak.
4. Na je dood tijdens je begrafenis omdat de ziel dan nog enige connectie heeft met de wereld, volgens Rabbi Yochanan.
5. Wanneer je een plaats nodig hebt om je behoeften te doen, volgens Mar Zutra.
In mijn discussie met een vriend in Israël kwam hij met een citaat van Rav Kook. Rav Kook zei dat dit vijfde voorbeeld van noodzaak ons doet nadenken over alle zogenaamde kleine dingen in het leven die uiteindelijk toch belangrijk blijken te zijn.
Ik heb daar tegenover gezet een citaat uit Leviticus 20 vers 25: Je zult jezelf niet verachtelijk maken. Als je gedwongen wordt om je ontlasting tegen te houden terwijl je bovendien op dat moment niet mag bidden voor de studie van de Torah of helemaal niet mag bidden, overtreed je dit gebod. Want wat kan er gebeuren als je te lang wacht? Het kan plotseling gebeuren dat je op een of andere wijze verwerpelijk wordt in de ogen van mensen.
Het gaat dus om een heel bijzonder gebed, op een tijdstip dat er onmiddellijke assistentie nodig is. En ik zal eerlijk zeggen dat dit vijfde gebed voor mij ook langzamerhand van belang is geworden.