De historische vervreemding tussen het Jodendom en het Christendom kan teruggevoerd worden op twee onderling verbonden oorzaken. De eerste en meest prominente oorzaak is de diametraal tegenovergestelde beoordeling van deMessiaanse claims over Jezus. Voor de vroege Christenen was Jezus de beloofde Messias, een geloof dat centraal stond in de opkomende Christelijke Kerk.
Deze overtuiging werd sterk beïnvloed door de hermeneutische strategie van belofte-vervulling, waarin Jezus werd gezien als de vervulling van profetieën uit het Oude Testament. Na verloop van tijd ontwikkelde deze interpretatieve benadering zich tot het Christelijke supersessionisme, de overtuiging dat het Christendom het Jodendom had vervangen als het ware geloof. Deze theologische houding creëerde niet alleen een aanzienlijke kloof tussen de twee religies, maar positioneerde het Christendom ook als de opvolger en vervulling van Joodse profetieën, waardoor het Jodendom werd gemarginaliseerd.
De tweede oorzaak van vervreemding, die nauw verwant is aan de eerste, is de ontwikkeling van het christelijke trinitaire dogma. De leer van de Drie-eenheid, die God beschrijft als drie personen in één essentie – Vader, Zoon en Heilige Geest – was een belangrijke afwijking van het Joodse monotheïsme. Deze leer werd beïnvloed door Griekse metafysische categorieën, die vreemd waren aan het Joodse theologische denken. De opname van deze Griekse filosofische concepten in de christelijke theologie verwijderde het christendom verder van zijn Joodse wortels. Het trinitaire dogma compliceerde niet alleen de theologische relatie tussen de twee geloven, maar steriliseerde ook de christelijke theologie ten opzichte van de heilshistorische verbinding met het Jodendom. Door Griekse metafysische categorieën over te nemen, raakte de christelijke theologie minder begaan met haar historische en theologische banden met het Jodendom en richtte zij zich in plaats daarvan op haar eigen doctrinaire ontwikkelingen.
De historische vervreemding tussen het Jodendom en het Christendom is dus geworteld in de uiteenlopende visies op de Messiaanse claim over Jezus en de ontwikkeling van het Christelijke dogma van de Drie-eenheid. Deze twee oorzaken, die met elkaar verweven zijn en elkaar wederzijds versterken, hebben bijgedragen aan een langdurige theologische en historische kloof tussen de twee religies Het begrijpen van deze oorzaken is cruciaal voor elke zinvolle dialoog die gericht is op het overbruggen van de kloof tussen het Jodendom en het Christendom.