Messias of messiaanse tijd? Intermezzo

De Christelijke claim voor Jezus als messias strandt op de rots van het overduidelijke feit dat geen van de begeleidende kenmerken van het messiaanse tijdperk daadwerkelijk is gerealiseerd.


Het christendom realiseerde zich al snel dat het ook de hoop op een messias nodig had, los van de gerealiseerde messias die in Jezus werd verkondigd. En de oplossing die het vond voor dit gebrek was de leer van de Wederkomst van de Messias.

Jacues Derrida: “Zodra je de ander aanspreekt, zodra je openstaat voor de toekomst, zodra je een tijdelijke ervaring hebt van wachten op de toekomst, van wachten op iemand die komt: dat is de opening van ervaring. Iemand zal komen, zal nu komen. Gerechtigheid en vrede zullen moeten wachten op deze komst van de ander, met de belofte. Elke keer dat ik mijn mond opendoe, beloof ik iets. Wanneer ik tot jullie spreek, beloof ik dat ik jullie iets zal vertellen, dat ik jullie de waarheid zal vertellen. Zelfs als ik lieg, is de voorwaarde van mijn leugen dat ik beloof je de waarheid te vertellen. De belofte is dus niet slechts één spraakhandeling onder andere; elke spraakhandeling is fundamenteel een belofte. Deze universele structuur van de belofte, van de verwachting voor de toekomst, voor de komst, en het feit dat deze verwachting van de komst te maken heeft met gerechtigheid – dat is wat ik de messiaanse structuur noem.”

Levend in de schaduw van het “wat als” gedragen we ons “alsof” en kunnen we op die manier enige zin geven aan wat paradoxaal genoeg zowel een tussenperiode is als de enige tijd waarin we ooit zullen leven. De oneindige onwerkelijkheid van de messiaanse hoop dient om de vergankelijkheid van het heden te bevestigen, maar doordrenkt het ook met een passie voor dat andere waarvan we voelen dat het om de hoek ligt, gezien vanuit de hoek van het oog, glimp opgevangen in het halflicht van het moment dat we wakker worden of in de prikkelende droom die we ons menen te moeten kunnen herinneren.

Maar de Messias kan ook degene zijn die ik verwacht, zelfs terwijl ik niet wil dat hij komt. Het is mogelijk dat mijn relatie tot de Messias als volgt is: Ik wil dat hij komt, ik hoop dat hij komt, dat de ander komt, zoals anderen, want dat zou rechtvaardigheid, vrede en revolutie zijn – want in het concept van messianiteit zit revolutie – en tegelijkertijd ben ik bang. Ik wil niet wat ik wil, en ik zou willen dat de komst van de Messias oneindig wordt uitgesteld.


Fragmenten van Alistair G. Hunter, The Missing/Mystical Messiah, in: Derrida’s Bible, pp. 81-98. (Yvonne Sherwood (ed.), 2004.

 

 

Geplaatst in KOINONIA LIVE! | Een reactie plaatsen

Is bloedstorting het enige middel tot vergeving van zonden? – korte antwoorden

“Bloed bewerkt verzoening voor een leven” (Lev. 17:11) is niet hetzelfde als “zonder bloedstorting is geen vergeving”(Heb. 9:22).

De tekst van leviticus 17 bedoelt niet te zeggen dat alleen door bloedstorting vergeving mogelijk is. Leviticus 4:1, 2 en Numeri 15:24-31 maken duidelijk dat het bloedige zondoffer alleen bedoeld was om vergeving te ontvangen voor onopzettelijke zonden. Eenieder die bewust zondigt, zegt Num. 15, in rebellie tegenover God, zal worden afgesneden van het leven (karet – God snijdt hem af van de zegeningen van het leven en/of neemt hem weg uit het leven) en zijn schuld blijft op hem.

Alleen bij het schuldoffer (Lev. 5) is er een nauwkeurig omschreven mogelijkheid een bloedig offer te brengen voor een opzettelijke zonde – hoewel de verzoening niet alleen ligt in het wegnemen van de schuld (lees hier: consequenties) van de zonde.

Trouwens, de armen mochten een graanoffer, dus een niet-bloedig offer, brengen.

De zondebok die de schuld en de zonden van het volk wegdroeg op de Grote Verzoendag werd niet geslacht, maar de woestijn ingestuurd of van een klif gegooid (voor Azazel) – geen bloed dus. De geit die wel werd geslacht, en waarvan het bloed op het altaar gesprenkeld werd, was voor de verzoening (reiniging) van het altaar, en niet voor het volk.

De inwoners van Nineveh ontvingen vergeving door berouw te tonen (Jona 3:10). David ontving vergeving door zijn belijdenis van zonden tegenover Nathan (2 Sam. 12:13).

In het NT wordt Jezus wel aangeduid als het Paaslam, maar het Paasoffer heeft geen verband met verzoening. Omdat bhet lam als een godheid werd vereerd in Egypte, konden de Joden duidelijk maken dat ze bij de God van Israël hoorden door een lam te offeren. Zonder de Tempel werkt het gebed als een “offer voor de zonden”, maar nog steeds alleen voor de onopzettelijke.

In het algemeen ligt de weg van de verzoening in het OT in het luisteren naar de Torah: “Offer en brandoffer hebt U niet gewild, maar U heeft mijn oren geopend… (Ps. 40:6).

Geplaatst in Jodendom | Een reactie plaatsen

De opstanding van de Messias – antwoord aan Tanja

Lees verder

Geplaatst in BIJBELSTUDIE, Jodendom, KOINONIA LIVE!, polemiek, Theologie | Een reactie plaatsen

Torah en Woord – is het dezelfde God die spreekt?

Het verband tussen de Torah en het Woord kan op verschillende manieren gezien worden. Eén daarvan is dat beide manifestaties zijn van Gods communicatie en relatie met de mensheid. De Torah is Gods geschreven woord, terwijl het Woord Gods levende woord (1) is. Lees verder

Geplaatst in Discussie, Jodendom | Een reactie plaatsen

Geloof is niet abstract maar praktisch – maar wat betekent dat?

Uit de inleiding op het traktaat Berakhot op sefaria.org

Let op de benadering van geloof als ingebed in een praktijk.


“Met alle verschillende nuances en overvloed aan details in het traktaat [Berakhot; zegeningen, het eerste traktaat van de Babylonische Talmoed], is er één centraal, samenbindend thema dat terugkomt in alle vele halakhot en aspecten die erin worden aangeroerd, wat het traktaat tot een samenhangende eenheid maakt:

“Het principe dat het abstracte geconcretiseerd moet worden en het sublieme gerealiseerd op een praktische, gedetailleerde manier.
Lees verder

Geplaatst in Jodendom, KOINONIA LIVE! | Een reactie plaatsen