De plaats van Gods Woord in de prediking en de opdracht van de predikant.
Besproken teksten:
1. Hand. 8:30-35
2. 2 Tim. 3:10 – 4:5
Abonneer je op dit blog d.m.v. e-mail
Voeg je bij 221 andere abonneesZoek op deze site
Koinonia on Spreaker
Al onze sites
Bijbels Hebreeuws Podcast:
Bijbels Grieks Podcast:
Talmoed voor Notsriem Podcast
Hier vind je aanvullende informatie over het werk van Koinonia Bijbelstudie Live!
Je vindt ons op:
-
Recente berichten
Recente reacties
- B. Santema op De vergeestelijking van het land
- Elia op Israël en de Gemeente – vier opties
- Frank Söhngen op In Memoriam: Kees-Jan Brons
- Rijk kroon op De vergeestelijking van het land
- Laetitia op Roddel, vals getuigenis en laster – van Jacobus tot de Chofetz Chaim
Archief
Blogstatistieken
- 66.790 hits
Categorieën
Administrator
“Tegenspraak in de gemeente” is voor mij als gemeentelid niet een abstractie ver weg, maar heel dichtbij als eigen traagheid en onbegrip. “Het oude is voorbijgegaan, het nieuwe is gekomen” (2 cor 5:17), kan verschralen tot: “de lastige dingen van het oude leven zijn voorbij, tot alleen maar restauratie en leefbaar worden van het oude leven”. “Met Christus gestorven en begraven en met Hem opgestaan”, gaat dus: (a) door sterven heen; (b) wat ik niet op mijzelf weet aan te kunnen en door te maken. “Met Hem”, in alle fasen en details, is een absolute voorwaarde om uit en van het oude echt te worden losgemaakt en niet in slechts een aanpassing te belanden. Dan moeten Zijn Woorden over mijn leven vaardig worden; dan heb ik alles te zoeken en te vinden in goede verkondiging en uitleg. En dat ook nog steeds opnieuw, als het weer dreigt overwoekerd te raken door afleidende interesses.