De Joodse reinheidswetten van de Mozaïsche Torah waren van grote invloed op de verhalen in het Nieuwe Testament, vooral op die over genezingen van melaatsen en uitdrijvingen.
- De nieuwtestamentische verhalen over het genezen van melaatsen tonen een sterk respect voor de Mozaïsche reinheidswetten. Ze handhaven bijvoorbeeld de Levitische classificatie van ‘melaatsheid’ als onreinheid en laten zien hoe Jezus de melaatsen naar de priesters stuurt voor inspectie en rituele reiniging, zoals voorgeschreven in Leviticus 13 en 14. Deze verhalen wijken echter ook subtiel af van de Torah door Jezus’ genezingsactiviteit centraal te stellen en zijn macht te benadrukken om melaatsen te reinigen vóór de priesterlijke riten.
- Terwijl de Torah reinheid voornamelijk definieert op basis van een specifieke reeks bronnen van verontreiniging, zoals lijken, melaatsheid en vloeken, lijkt de synoptische traditie een breder begrip van onreinheid te omarmen, dat elk significant obstakel voor het menselijk leven omvat. Dit concept van “dynamische zuiverheid”, zoals blijkt uit verhalen over uitdrijvingen en genezingswonderen, suggereert een kracht die onreinheid verandert in reinheid, waardoor de vervuilende effecten van de Levitische onreinheid worden tegengegaan.
Ondanks de duidelijke invloed van de Mozaïsche reinheidswetten, onthullen de synoptische verhalen ook een verschuiving in focus.
- Hoewel de geldigheid van de Mozaïsche reinheidswetten wordt erkend, worden ze niet als het allerbelangrijkste beschouwd. De verhalen maken zelfs geen melding van de priesterlijke inspecties van melaatsen die Jezus gebood, wat duidt op een verminderde nadruk op Levitische reinigingsrituelen in het licht van Jezus’ eigen zuiverende kracht.
- Het Evangelie van Marcus in het bijzonder bestempelt de demonen die door Jezus werden uitgedreven als “onreine geesten”, een term die niet voorkomt in het heidense Grieks maar wel in de oude Joodse literatuur. Dit gebruik suggereert dat demonische bezetenheid binnen de vroege Jezusbeweging werd gezien als een vorm van onzuiverheid, waarbij exorcisme diende als een middel om een specifieke bron van bezoedeling te elimineren, net zoals de genezing van melaatsheid of het stoppen van een bloedstroom.
Deze verschuiving in focus benadrukt een belangrijk verschil in het begrip van onreinheid.
- De synoptische traditie suggereert een meer antropologische benadering van reinheid, gericht op het welzijn van individuen in plaats van strikte naleving van Levitische regels. Dit perspectief verklaart waarom genezing soms wordt afgeschilderd als een vorm van reiniging, omdat de eliminatie van onzuiverheid het menselijk leven weer heel maakt.
Concluderend: hoewel de Joodse reinheidswetten onmiskenbaar hun stempel hebben gedrukt op de verhalen in het Nieuwe Testament, met name in de verslagen over genezingen van melaatsen, toont de synoptische traditie ook een afwijking van een puur Levitisch begrip van onreinheid. Het concept van dynamische zuiverheid, gekoppeld aan een grotere focus op de antropologische dimensie van zuiverheid, wijst op een genuanceerd en evoluerend perspectief op zuiverheid binnen de vroege Jezusbeweging.