Wat zou ik graag in een Christelijke eredienst dit gebed zingen of laten horen, het liefst in het Hebreeuws. Om daarmee onze volstrekte solidariteit te betuigen met het volk Israel dat op 7 oktober 2023 werd overvallen door terroristen van Hamas uit de Gaza – onder de moordenaars zelfs vrouwen en minderjarigen. 1200 slachtoffers, van doodgestoken, gemartelde baby’s tot en met mannen van in de negentig. Honderden gegijzelden meegenomen naar de Gaza. Bespuwd, onderweg geslagen, gemarteld en gedood. Triomfantelijk door de staten van Gaza meegevoerd. Lijken van jonge vrouwen, met een gebroken been en bloedend aan gezicht en armen, onderweg door een juichende menigte bespuwd en bekogeld. Want die menigte heeft nu al meer dan 70 jaar in door de Internationale gemeenschap gesubsidieerd onderwijs niets anders geleerd dan jodenhaat. Niets anders geleerd dan dat de hoogste roeping voor een Arabier het vermoorden van een Jood is.
De oorlog met Israel is begonnen door Hamas. Hamas weigert zich over te geven. Weigert de gegijzelden vrij te laten. Het militair geweld van Israel tegen Hamas kan niet ophouden totdat Hamas is vernietigd. Net zoals het in de tweede wereldoorlog niet kon ophouden totdat Hitler en de Nazi’s waren verslagen.
Dit gebed heft aan met de woorden “onze broeders”. Dat zijn ze ook. Wij volgen en eren een Joodse man die gezegd heeft, dat alles wat wij aan de geringste van zijn broeders gedaan hebben, door hem wordt toegerekend, alsof wij het aan hem hebben gedaan.
Moge onze harten in dezelfde maat slaan als het hart van de apostel Paulus, die zelfs gebeden heeft dat hij zijn eigen leven zou willen opgeven om zijn volk te redden.
De redding van het Joodse volk ligt in wat de staat Israel doet, ook al doet die staat zoals alle staten vele dingen verkeerd. Zelfs in die onvolmaakte staat Israel leven 2 miljoen arabieren in vrede, als gelijkberechtigde burges, met bescherming van eigendom, godsdienst en burgerrechten. Zonder de staat Israel, waren de Joden in het land Israel allemaal de zee in gedreven en gedood in 1948.
Ik ben am jisrael chai, ik ben een jood, ik ben zionist, ik ben een Israeli – omdat ik een leerling van Jesjoea mi-Nazareth ben.
Onze broeders, het hele huis van Israël, die in nood en gevangenschap verkeren, die zich op zee of op het land bevinden, moge de Almachtige zich over hen ontfermen en hen van nood naar verlichting brengen, van duisternis naar licht, van onderdrukking naar verlossing, nu, snel en spoedig. En laten we zeggen: Amen.
Dank je Robbert
Mijn vrouw en ik zijn ook door Jezus een deel van het Joodse volk.
Groet
Bart