Het evangelie van Johannes is misschien wel het meest theologisch geladen van de vier canonieke evangeliën. Waar Matteüs, Marcus en Lucas een meer verhalende en historisch georiënteerde benadering hanteren, lijkt Johannes te draaien om een diepgaande interpretatie van Jezus als de pre-existente “Logos” en de goddelijke Messias. Maar is Johannes een betrouwbare historische bron, of is het een theologische reconstructie?
Veel Bijbelwetenschappers hebben gesuggereerd dat Johannes minder een direct historisch verslag biedt en meer een theologisch geherformuleerde Jezus presenteert. Hier zijn enkele prominente geleerden die deze visie hebben uitgewerkt:
- Rudolf Bultmann – Bultmann was een van de meest invloedrijke theologen die stelde dat Johannes sterk geredigeerd is en grotendeels een product van christelijke geloofsontwikkeling. Hij zag Johannes als een evangelie dat eerder een gemeentelijke theologie weerspiegelt dan een directe weergave van Jezus’ woorden.
- Joachim Jeremias – Jeremias benadrukte dat de Joodse achtergronden van Jezus’ leer in Johannes minder herkenbaar zijn dan in de synoptische evangeliën. Volgens hem is Johannes zo theologisch gevormd dat het minder de historische Jezus reflecteert, maar eerder hoe de vroege christelijke gemeenschap hem interpreteerde.
- Raymond E. Brown – Brown stelde dat Johannes sterk afhankelijk is van theologische ontwikkelingen en dat het evangelie Jezus neerzet als een Messias die volledig in lijn is met christelijke dogma’s rond het einde van de eerste eeuw. Hij zag Johannes als waardevol, maar eerder als een spirituele interpretatie dan een historisch verslag.
- John P. Meier – Meier, in zijn invloedrijke werk A Marginal Jew, stelt dat Johannes minder een directe weergave is van Jezus’ leven en meer een literaire en theologische compositie. Hij suggereert dat de synoptische evangeliën waarschijnlijk dichter bij de historische Jezus staan.
- James D.G. Dunn – Dunn argumenteerde dat Johannes een zeer vrije interpretatie van Jezus’ uitspraken en daden geeft. Volgens hem is Johannes niet gebaseerd op een ooggetuigenverslag, maar gevormd door christelijke reflectie en theologische interpretatie.

Bultmann en Dodd in debat over het evangelie van Johannes
De Contrasterende Visie: Johannes als Authentiek
Er zijn enkele geleerden die hebben gesuggereerd dat Johannes mogelijk een uitgebreidere versie van Jezus’ leringen heeft bewaard en dat de synoptische evangeliën (Matteüs, Marcus en Lucas) een beknoptere samenvatting geven. Hier zijn enkele namen die relevant zijn voor deze hypothese:
- C.H. Dodd – Dodd stelde dat het evangelie van Johannes traditioneel materiaal bevat dat mogelijk dicht bij Jezus’ oorspronkelijke leer staat. Hij zag Johannes niet alleen als theologisch ontwikkeld, maar ook als een bron die authentieke leringen bevat.
- John A.T. Robinson – Hij verdedigde het idee dat Johannes een historisch waardevolle bron is en dat het evangelie mogelijk een trouwere versie van Jezus’ langgerekte leringen bevat dan vaak wordt aangenomen.
- Craig Keener – In zijn uitgebreide commentaren op Johannes benadrukt Keener dat de lange redevoeringen mogelijk wijzen op een stijl van onderwijzen die Jezus echt gebruikte, maar dat ze in de synoptische evangeliën zijn verkort om hun narratieve structuur te ondersteunen.
- Leon Morris – Morris verdedigde Johannes als een betrouwbaar evangelie en stelde dat de lange toespraken niet noodzakelijk theologische creaties zijn, maar mogelijk een uitgebreide weergave van wat Jezus werkelijk heeft gezegd.
- Richard Bauckham – Bauckham stelt dat Johannes zich baseerde op betrouwbare ooggetuigen, en dat de manier waarop Jezus in Johannes spreekt een representatie kan zijn van hoe hij daadwerkelijk onderwees, zij het in een meer literaire vorm.
Hoewel veel geleerden erkennen dat Johannes theologisch gekleurd is, betogen deze auteurs dat het evangelie mogelijk nauwkeurige herinneringen bevat aan Jezus’ leringen in een vorm die dichter bij zijn daadwerkelijke manier van spreken zou kunnen liggen.
Het blijft dus een punt van discussie: is Johannes een creatieve theologische herformulering, of heeft het evangelie juist een diepere toegang tot Jezus’ authentieke uitspraken?