Geloof en twijfel

Er werd mij vroeger van allerlei kanten een vraag gesteld die blijkbaar veel mensen intensief bezig houdt: Hoe komt het toch dat jij zo zeker lijkt te zijn in het geloof? Is twijfel niet ook heel authentiek? We kunnen toch niet (zomaar) alles geloven, wat er in de Bijbel staat? Kun je niet wat meer ook je eigen twijfels op de kansel laten klinken?

Er is soms een diepe worsteling over het geloof, veel twijfel onder gemeenteleden. Ik tref dat niet sterk aan bij de (voormalige) hervormden in de gemeente, maar soms wel bij mensen die wat dichterbij de vrijzinnige richting staan. Twijfel over de vraag of Christus uit de dood is opgestaan, en of we dat letterlijk moeten nemen. Of twijfel over de vraag of Christus inderdaad de Zoon van God is, het vleesgeworden Woord van God. Twijfel over de zin van het evangelie van de rechtvaardiging komt ook sterk naar voren onder vrijzinnigen. Is het waar dat Christus voor onze zonden gestorven is? Dat is toch meer iets voor ‘confessionelen’? Ik merk dat ik dan met mijn mond vol tanden sta, of met mijn handen in het haar zo u wilt. Ik weet niet goed hoe ik daar op moet antwoorden en ik leg u nu mijn dilemma maar voor.
Ik begrijp dat de vraagsteller of -stelster oprecht worstelt met zijn of haar eigen twijfel. Sommige zaken lijken voor moderne mensen inderdaad maar moeilijk te geloven. En hoe geruststellend zou het misschien zijn als ‘dominee’ ook zou zeggen over al deze zaken ook twijfel te hebben. Dat zou je pas echt bemoedigend kunnen noemen. “Dominee gelooft het ook niet helemaal!! Dus zit ik wel goed met mijn twijfel!” Ik zou het graag willen, want bemoediging hebben we allemaal op zijn tijd nodig. Maar ik mag niet liegen, en mijn ja moet ja zijn en mijn neen moet neen zijn. Nee, ik moet iedereen die dit anders had willen zien helaas teleurstellen. Ik twijfel geenszins aan het evangelie, en weet (vaak) niet goed waarom anderen daar wel twijfels over hebben. De argumenten tegen de waarheid van het evangelie vind ik persoonlijk erg mager en onvolkomen, en het is dan ook nog eens mijn beroep om daar kritisch naar te (kunnen) kijken.
En bovendien gaat het hier volgens mij niet eens om heel moeilijke details van de geloofsleer of de ethiek, maar om heel simpele uitgangspunten. Wat ik hierboven noemde, zijn allemaal zaken die we op bijna elke pagina van de Bijbel kunnen terugvinden, in de geloofsbelijdenissen van zowat alle kerken door alle eeuwen heen kunnen lezen, inclusief in die van zowat alle doperse gemeenten in de geschiedenis en ze behoren tot de meest kenmerkende geloofsartikelen van het christendom.
Het kan zijn dat ik soms in mijn eigen leven niet genieten kan van al deze waarheden, of dat mijn zicht erop verduisterd is, omdat mijn geloofsleven in een ‘dip’ zit. Dan worstel ik toch meer met mezelf, dan twijfel ik meer aan mezelf dan aan deze waarheden. Voor mij behoren deze dingen tot de kern van het christelijk geloof, en je kunt weliswaar over hun inhoud nog lang praten en van mening verschillen, maar over de kern ervan dunkt me van niet. Wie niet gelooft, zegt Johannes bijvoorbeeld, dat Christus de Zoon van God is, die heeft ook geen relatie met Zijn Vader. Want niemand kent de Vader behalve de Zoon en aan wie Hij zich wilde openbaren. Christus’ Zoonschap behoort dus tot het fundament van het christelijk belijden. Zo simpel liggen de zaken soms.
Het geloof is voor mij de zekerheid van de dingen die we niet zien (Hebreeën 11). Het is de innerlijke overtuiging dat al deze dingen zo zijn, precies zoals Christus, Zijn apostelen en profeten het ons hebben verkondigd. Mijn geloof kan op bepaalde momenten zwak zijn of aarzelend. Dan leef ik even niet vanuit het geloof. Soms weet ik niet goed hoe ik het moet zeggen. Dan kan ik de kracht van het evangelie niet overbrengen op anderen. Maar dat zegt mij niets over de waarheid van het geloof, d.w.z. van de dingen die ons verkondigd zijn en in de Bijbel vóór ons liggen.
Ik kan de twijfelaars onder ons dus niet bemoedigen door te zeggen dat ik ook twijfel. Ik kan ze alleen maar zeggen dat het misschien niet zozeer om twijfel gaat (want geloof en twijfel sluiten elkaar uit, net als liefde en haat) maar eerder om een (tijdelijk) zwak geloof. En wellicht kunnen we elkaar dan aanmoedigen om door het lezen van de Bijbel en door met elkaar te spreken over ons geloof, weer grotere kracht te vinden om het vol te houden. Want het geloof in Christus, de Zoon van God, is zonder meer de moeite waard om zelfs met jezelf te worstelen.
Voor mij is de kern van dit alles dat God ‘Immanuel’, God-met-ons wilde zijn, en zijn goddelijkheid inzet voor onze menselijkheid. Geloof in Christus betekent een door God aangeboden kans aangrijpen om menselijker te worden, om genade jegens onze medemensen te leren, om het eeuwige leven te leren kennen dat in God is, maar ons in Christus geopenbaard is. Zo zegt Menno Simons, de Friese kerkhervormer, het: “Daarom vermanen wij u met Jezus Christus: Gelooft het evangelie, dat is, gelooft dit vreugdevolle bericht van de goddelijke genade door Jezus Christus.”
Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Toespraken. Bookmark de permalink.

2 reacties op Geloof en twijfel

  1. Robbert Veen schreef:
    Tja, feiten zijn feiten. Feiten onderbouwen het geloof, dat niet in de lucht hangt. En twijfel aan claims van feiten kunnen door onderzoek worden weggenomen. Wie tegen alle argumenten in toch twijfelt, is teveel met zichzelf bezig of stelt te hoge eisen aan de “zekerheid.”
  2. Denis schreef:
    Ik moest denken aan 1 Korinthiers hoofdstuk 15. Vers 12-17.
    1 Korinthiërs
    15:12 Indien er nu van Christus gepredikt wordt dat hij uit de doden is opgewekt,+ hoe kunnen dan sommigen onder U zeggen dat er geen opstanding* van de doden is?+ 13 Indien er werkelijk geen opstanding van de doden is, dan is ook Christus niet opgewekt.+ 14 Maar indien Christus niet is opgewekt, is onze prediking stellig vergeefs, en ons geloof is vergeefs.+ 15 Dan blijken wij bovendien valse getuigen van God te zijn,+ want dan hebben wij tegen God in getuigd+ dat hij de Christus heeft opgewekt,+ die hij echter niet opgewekt heeft indien de doden werkelijk niet worden opgewekt.+ 16 Want indien de doden niet worden opgewekt, is ook Christus niet opgewekt. 17 Indien bovendien Christus niet is opgewekt, is UW geloof nutteloos;

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *