Die hemel en aarde gemaakt heeft

We kijken naar een aantal uitdrukkingen uit de tekst van Gen. 1:1 – 2:3. Om te beginnen naar de uitdrukking: hemel en aarde. Waarom spreekt de tekst hier niet over de “wereld?” In een volgende blog kijken we naar de ordening die God in de wereld tot stand brengt in de scheppingsdagen. Ten slotte behandelen we de passage over de schepping van de mens en de zevende dag, de sabbat, waarmee het verhaal eindigt.

Hemel en aarde

Het is zeker waar dat de bijbelschrijvers zich ervan bewust waren dat God de oorzaak van alle werkelijkheid was. “Hij is de formeerder van het al” zegt Jeremia (Jer. 9:23). Maar dat is niet de betekenis van de eerste woorden van de bijbel. “In den beginne schiep God de hemel en de aarde.” De wereld is niet een groot geheel, geen eindeloze leegte waarin hier en daar energie en materie voorkomt. Het is vanuit de mens bezien een geordende werkelijkheid met twee richtingen: naar boven, naar de hemel, en naar beneden, waar de mens staat, leeft en sterft. De hemel is de geschapen werkelijkheid die uitsluitend aan God toebehoort. Zo zegt de Psalm het:

Moge de HEER u zegenen,
hij die hemel en aarde gemaakt heeft.
De hemel is de hemel van de HEER,
de aarde heeft hij aan de mensen gegeven. (Psalm 115:15, 16)
De hemel is de plaats waar Gods wil geschiedt:
De HEER – zijn troon staat vast in de hemel,
als koning heerst hij over alles.
Prijs de HEER, u die zijn boden bent,
sterke helden die doen wat hij zegt,
gehoorzaam aan het woord dat hij spreekt.
Prijs de HEER, hemelse machten,
dienaren die doen wat hem behaagt. (Ps. 103:19 – 21)

Vanuit de onwankelbare positie die God heeft in de hemel, is hij betrokken bij de geschiedenis van de mensen. Daarop rust ook de het lot van de aarde:

Dit zegt de HEER,
die de hemel geschapen heeft – hij is God! –,
die de aarde gemaakt en gevormd heeft
en die haar heeft gegrondvest
– niet als chaos schiep hij de aarde,
maar om te bewonen heeft hij haar gevormd:
Ik ben de HEER, er is geen ander.
Ik heb niet in het verborgene gesproken,
ergens in een duister oord,
ik heb Jakobs nageslacht niet gevraagd:
‘Zoek mij in de chaos.’
Nee, ik ben de HEER,
al wat ik zeg is rechtvaardig,
wat ik aankondig is waarachtig. (Jes. 45:18 – 19)

De hemel is de verborgen kant van de schepping waar God volledig aanwezig is. De aarde is het voor de mens zichtbare deel van de werkelijkheid. De aarde -in het Hebreeuws: erets – is vooral akkerland – adamah – of de plaats waar de mens leeft en werkt en omgang heeft met zijn medemensen en andere medeschepselen. Het is de plaats waar hij gesteld is om die te bewerken en te bewaren. Een akkerland dat bedoeld is als “hof” van Eden. De constatering dat de bijbelschrijver meende dat God de oorzaak is van alle dingen schiet dus tekort om hier de pointe te vatten. Heel de onzichtbare en heel de zichtbare werkelijkheid (hemel en aarde) is een ruimte, waarin God en de mens elkaar kunnen ontmoeten. De schepping is de grondslag van het verbond, van de relatie die God met de mensen wil hebben.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen, Exegese. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *