De paradox van de vrije wil

Oppervlakkig gezien kan de vrije wil van de mens precies datgene doen wat God niet wil. Een overtreding van Gods gebod is precies dat, en zonde is precies de uitoefening van de vrijheid van de mens in strijd met de geopenbaarde wil van God. “Gij zult niet doden.” Wie een ander vermoordt, overtreedt Gods gebod. De vrijheid van de mens rebelleert tegen de geopenbaarde wil van God die zegt dat wij niet het leven van een ander mogen nemen. Het lijkt er dan op dat Gods gebod krachteloos is. Is dat zo?

Als geopenbaarde wil van God is het gebod in het geheel niet krachteloos. Denk hier maar aan. Vanwege het gebod dat God heeft gegeven, is het doden van een ander altijd en daadwerkelijk doodslag of moord.

Het gebod bepaalt de betekenis van die daad.

Zeker, mijn vrijheid is zodanig dat ik het gebod kan overtreden. Maar mijn vrijheid is niet zodanig, dat ik aan mijn rebellie een eigen betekenis kan geven. Het is de mens niet vergund om te bepalen dat het doden van een ander mens eigenlijk geen doodslag of moord is. Eigenlijk in een of ander gefantaseerd moreel systeem is toegestaan of zelfs verplicht. Dit is het “werk” van het gebod, dat niet alleen voor Israël zo gewerkt heeft in alle openbaarheid, maar ook voor alle volkeren in de innerlijkheid zo gewerkt eeft. Het “werk”, de effectiviteit van de Wet is ook bij niet-joden een innerlijke realiteit geweest. Het menselijk geweten weerspiegelt de geboden van de Schepper. Daarom zal geen mens rechtstreeks zeggen dat een moord geen moord is. Hij zal omstandigheden citeren die deze moord een gerechtvaardigde uitzondering maken op een absolute regel. En daardoor impliciet toegeven dat moord absoluut verboden is.

Maar er is nog een tweede reden om te zeggen, dat de vrijheid van de mens niet sterker is dan Gods macht. God maakt immers juist ook gebruik van datgene wat met Zijn eigen wil in strijd is. De zonde is voorzien en maakt onderdeel uit van Gods besturing van de geschiedenis. God is bij machte om het kwade te gebruiken ofwel om het als een eeuwige demonstratie van Zijn gerechtigheid aan de zondaar te bestraffen, ofwel om het als een eeuwige demonstratie van Zijn genade in Christus te vergeven. In beide gevallen heeft Gods vrije wil het laatste woord. Ook de zonde die in strijd is met Gods wil, gebeurt niet buiten Gods wil om. Immers, als Hij het niet zou toelaten, zou het niet gebeuren. Hij laat alleen toe, wat Hij uiteindelijk wil. Hij zal niet het kwade toelaten als Hij, de Almachtige, uit het kwade niet ook het goede kan tevoorschijn brengen.

Dit bericht is geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *