In de tijd van Constantijn hadden Joodse wijzen en christelijke theologen een aantal diepgaande gesprekken die de christelijke theologie echt vorm hebben gegeven. Ze hadden allebei vergelijkbare vragen over God en vonden een gemeenschappelijke basis in hun interpretaties van de Bijbel. Dit hielp een dialoog op gang te brengen tussen het jodendom en het christendom. Ze keken naar verhalen in Genesis, zoals de verhalen die Eusebius bestudeerde, om te proberen te begrijpen wat God wilde voor de toekomst op basis van wat er in het verleden gebeurde.
Christelijke theologen en Joodse wijzen werkten hard om erachter te komen welke teksten het belangrijkst waren voor hun religies. Ze moesten uitzoeken wat de verschillen waren tussen de christelijke Bijbel en de joodse Torah. Ze discussieerden veel en gebruikten vergelijkbare manieren om over de Bijbel te discussiëren en te praten, zodat je het uiteindelijk kon zien als een familiedebat.
De Joodse traditie verbond wijsheid met de Torah en dit idee beïnvloedde hoe christenen dachten over goddelijke wijsheid en communicatie in hun theologie.
Hoewel ze een aantal dingen gemeen hadden, waren Joodse wijzen en Christelijke theologen het vaak oneens over hoe historische gebeurtenissen geïnterpreteerd moesten worden. Rabbijnen geloofden dat het Joodse volk nog steeds Gods uitverkoren volk was, terwijl christenen dachten dat zij die rol hadden overgenomen. Ze hadden ook verschillende visies op de messiaanse crisis, waarbij christenen zich concentreerden op de overwinning van Jezus en Joden geen aanleiding zagen om in Jezus te gaan geloven.
Er ontstonden spanningen toen christenen Joodse gebruiken en overtuigingen begonnen te gebruiken om hun beweringen over Jezus te ondersteunen. Christenen geloofden dat Jezus alles voor de mensheid had veranderd, wat leidde tot discussies over het einde van de wereld. Joodse wijzen zagen het christelijke Rome als een verworpen uitloper van het Jodendom, terwijl christenen Jezus zagen als de vervulling van Joodse profetieën.
Hoewel Joodse wijzen en Christelijke theologen elkaar soms beïnvloedden, gingen ze uiteindelijk verschillende kanten op met hun geloof. Wijsgeren hielden vast aan de Tora om het belang van de Joodse identiteit te laten zien, vooral toen het christendom steeds populairder werd. Dit laat zien hoe beide tradities trouw bleven aan hun eigen overtuigingen en paden.