Danken en loven – leren van de Rabbijnen

Kleine meditatie over een passage uit de Babylonische Talmoed (7b) over het verschil tussen dankzeggen en loven (of prijzen; de erkenning van een geschenk van de Heere uit onverdiende genade.)

Rashi: Deze keer zal ik G-d danken – Omdat ze de Ruach Hakodesj had (een heilig visioen) dat Ja’akov twaalf stammen zou krijgen (door 12 zonen), en hij heeft vier vrouwen, dus toen ze haar vierde zoon kreeg, dankte ze omdat ze een groter deel kreeg dan de oorspronkelijke berekening die ze verwachtte (gemiddeld had elke vrouw drie zonen, en zij had er vier).

Gen. 29:35 En zij werd weer zwanger en baarde een zoon en zij zei: Nu zal ik de Heer loven; daarom noemde zij zijn naam Jehoeda en zij hield op met baren.

Dit bericht is geplaatst in BIJBELSTUDIE, Bijbelstudie, Jodendom. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *