AUDIO:
Bijbelbespreking De Hoeksteen – 20 oktober 2020
Fil. 1:12-24
Paulus bespreekt nu eerst zijn persoonlijke omstandigheden. De gemeente in Filippi maakt zich over hem bezorgd. Het is heel persoonlijk wat Paulus hier schrijft, en toch kunnen we daar veel uit leren.
Paulus zegt dat zijn gevangenschap het evangelie heeft gediend. Hij kon over Jezus spreken met hooggeplaatste Romeinse ambtenaren. Die begrijpen nu dat zijn gevangenschap niet te wijten is aan zijn misdaden. De keizerlijke lijfwacht, de rechters, die joodse aanklagers en ook zijn verdedigers begrijpen nu dat hij alleen gevangen is genomen omdat hij het evangelie heeft verkondigd.
Ook de broeders en zusters in Rome durven nu zonder angst over het evangelie te spreken, bemoedigd door het voorbeeld van Paulus. Natuurlijk is die gevangenschap geen prettige ervaring. Maar bij Paulus draait alles om het evangelie. Zo kan God ook ons vaak gebruiken voor Zijn doelen. Wij ervaren misschien lastige omstandigheden, maar God maakt er gebruik van.
Vanaf vers 15 maakt Paulus melding van sommige predikers van het evangelie, die worden gemotiveerd door afgunst en twist, door partijzucht, en zelfs de bedoeling hebben om het Paulus nog moeilijker te maken. Het maakt Paulus niet uit, zolang Christus maar op de goede wijze wordt verkondigd. Daaruit kunnen we leren dat uiteindelijk de persoonlijke motivaties er weinig toe doen. Als Christus op de juiste wijze wordt verkondigd is dat een reden tot blijdschap. Je moet de boodschap beoordelen, en niet de boodschapper. Er zijn vele predikers in deze wereld, die als persoon grote indruk maken, terwijl ze toch een valse boodschap verkondigen.
Vanaf vers 19 legt Paulus nog duidelijker uit, wat voor hem de zin van het leven is. “Te leven is voor mij Christus en te sterven is winst.” Wij kunnen dat de apostel niet zomaar nazeggen. Op een schaal van 0-10 zit Paulus misschien wel bij een 9. Wij blijven misschien in vergelijking met hem steken op een 6, of een 4 of een 2, maar uiteindelijk doet dat er niet toe. Eenmaal in de heerlijkheid aangekomen, worden we door God allemaal volmaakt gemaakt, tot een 10. Het principe blijft voor ons hetzelfde: onze werkelijke leven is met Christus, in Christus en door Christus. Ook al zijn we nog zo afgeleid door de zorgen van ons werk, ons gezin, onze gezondheid.
Heel bijzonder ook is vers 23 en 24. Volgens Paulus is het verreweg het beste om bij Christus te zijn, “te sterven is winst.” Ook daar kunnen we iets van leren. Vanuit God gezien is onze dood een thuiskomst. Hij zal ons verwelkomen als wij afscheid moeten nemen van dit leven. God voelt geen rouw bij ons sterven, dat is meer iets voor ons als nabestaanden. Daarom leven wij in de hoop, in de verwachting dat ons leven nu en ons leven na de dood in Gods handen berust.